Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor peeler (Engels) in het Nederlands

peeler:

peeler [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the peeler (paring-knife)
    het schilmesje

Vertaal Matrix voor peeler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schilmesje paring-knife; peeler
- ecdysiast; exotic dancer; stripper; striptease; striptease artist; stripteaser

Verwante woorden van "peeler":

  • peelers

Synoniemen voor "peeler":


Verwante definities voor "peeler":

  1. a device for peeling vegetables or fruits1
    • she invented a potato peeler1
  2. a worker who peels the skins from fruits and vegetables1
  3. a performer who provides erotic entertainment by undressing to music1

Wiktionary: peeler

peeler
noun
  1. kitchen utensil
peeler
noun
  1. gebruiksvoorwerp

Cross Translation:
FromToVia
peeler dunschiller épluche-légume — (cuisine) ustensile de cuisine destiné à éplucher les pomme de terre ou tous légumes entourés d’une peau.
peeler dunschiller épluche-légumes — (cuisine) ustensile de cuisine destiné à éplucher les pomme de terre ou tous légumes entourés d’une peau.

peeler vorm van peel:

peel [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the peel (rind; shell; skin)
    de peul; de schil; het vel
    • peul [de ~] zelfstandig naamwoord
    • schil [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vel [het ~] zelfstandig naamwoord

to peel werkwoord (peels, peeled, peeling)

  1. to peel (skin; rind)
    schillen; pellen; jassen
    • schillen werkwoord (schil, schilt, schilde, schilden, geschild)
    • pellen werkwoord (pel, pelt, pelde, pelden, gepeld)
    • jassen werkwoord (jas, jast, jaste, jasten, gejast)
  2. to peel
    pellen; doppen
    • pellen werkwoord (pel, pelt, pelde, pelden, gepeld)
    • doppen werkwoord (dop, dopt, dopte, dopten, gedopt)
  3. to peel (skin)
    vervellen
    • vervellen werkwoord (vervel, vervelt, vervelde, vervelden, verveld)
  4. to peel (flake)
    afbladderen
    • afbladderen werkwoord (bladder af, bladdert af, bladderde af, bladderden af, afgebladderd)

Conjugations for peel:

present
  1. peel
  2. peel
  3. peels
  4. peel
  5. peel
  6. peel
simple past
  1. peeled
  2. peeled
  3. peeled
  4. peeled
  5. peeled
  6. peeled
present perfect
  1. have peeled
  2. have peeled
  3. has peeled
  4. have peeled
  5. have peeled
  6. have peeled
past continuous
  1. was peeling
  2. were peeling
  3. was peeling
  4. were peeling
  5. were peeling
  6. were peeling
future
  1. shall peel
  2. will peel
  3. will peel
  4. shall peel
  5. will peel
  6. will peel
continuous present
  1. am peeling
  2. are peeling
  3. is peeling
  4. are peeling
  5. are peeling
  6. are peeling
subjunctive
  1. be peeled
  2. be peeled
  3. be peeled
  4. be peeled
  5. be peeled
  6. be peeled
diverse
  1. peel!
  2. let's peel!
  3. peeled
  4. peeling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor peel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afbladderen blistering off; go off; peeling off
doppen peeling
jassen coats; overcoats
pellen peeling
peul peel; rind; shell; skin
schil peel; rind; shell; skin hull; husk; shell
schillen skins
vel peel; rind; shell; skin coat; hide; membrane; pelt; piece of paper; sheet; sheet of paper; skin
vervellen peeling
- skin
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afbladderen flake; peel
doppen peel
jassen peel; rind; skin peel potatoes
pellen peel; rind; skin
schillen peel; rind; skin
vervellen peel; skin
- discase; disrobe; flake; flake off; pare; peel off; skin; strip; strip down; uncase; unclothe; undress

Verwante woorden van "peel":


Synoniemen voor "peel":


Antoniemen van "peel":


Verwante definities voor "peel":

  1. the rind of a fruit or vegetable1
  2. get undressed1
  3. come off in flakes or thin small pieces1
    • The paint in my house is peeling off1
  4. strip the skin off1

Wiktionary: peel

peel
verb
  1. to remove skin
noun
  1. skin of a fruit
peel
verb
  1. oude huid afwerpen om daarmee nieuwe onderliggende huid bloot te stellen

Cross Translation:
FromToVia
peel pellen pellen — Haut oder Schale entfernen
peel gappen; ontvreemden; stelen; afpellen; jassen; schillen; beroven; ontnemen; ontdoen; ontvellen; stropen; villen; ontbloten; ontdekken dépouiller — Traductions à trier suivant le sens
peel schillen peler — Enlever la peau