Engels

Uitgebreide vertaling voor unfold (Engels) in het Nederlands

unfold:

to unfold werkwoord (unfolds, unfolded, unfolding)

  1. to unfold (develop)
    ontwikkelen; tot ontwikkeling brengen
  2. to unfold (develop)
    ontplooien; uiteenvouwen
  3. to unfold (spread out; fold out; fold open)
    ontvouwen; uitspreiden; uitklappen; uitslaan; uitvouwen; openspreiden; openvouwen
    • ontvouwen werkwoord (ontvouw, ontvouwt, ontvouwde, ontvouwden, ontvouwd)
    • uitspreiden werkwoord (spreid uit, spreidt uit, spreidde uit, spreidden uit, uitgespreid)
    • uitklappen werkwoord (klap uit, klapt uit, klapte uit, klapten uit, uitgeklapt)
    • uitslaan werkwoord (sla uit, slaat uit, sloeg uit, sloegen uit, uitgeslagen)
    • uitvouwen werkwoord (vouw uit, vouwt uit, vouwde uit, vouwden uit, uitgevouwen)
    • openspreiden werkwoord
    • openvouwen werkwoord (vouw open, vouwt open, vouwde open, vouwden open, opengevouwen)
  4. to unfold (unroll; unwind; unfurl)
    uitrollen; ontrollen; afrollen
    • uitrollen werkwoord (rol uit, rolt uit, rolde uit, rolden uit, uitgerold)
    • ontrollen werkwoord (ontrol, ontrolt, ontrolde, ontrolden, ontrold)
    • afrollen werkwoord (rol af, rolt af, rolde af, rolden af, afgerold)
  5. to unfold (open)
    openklappen
    • openklappen werkwoord (klap open, klapt open, klapte open, klapten open, opengeklapt)
  6. to unfold (spread out; fold out)
    uitsmeren
    • uitsmeren werkwoord (smeer uit, smeert uit, smeerde uit, smeerden uit, uitgesmeerd)

Conjugations for unfold:

present
  1. unfold
  2. unfold
  3. unfolds
  4. unfold
  5. unfold
  6. unfold
simple past
  1. unfolded
  2. unfolded
  3. unfolded
  4. unfolded
  5. unfolded
  6. unfolded
present perfect
  1. have unfolded
  2. have unfolded
  3. has unfolded
  4. have unfolded
  5. have unfolded
  6. have unfolded
past continuous
  1. was unfolding
  2. were unfolding
  3. was unfolding
  4. were unfolding
  5. were unfolding
  6. were unfolding
future
  1. shall unfold
  2. will unfold
  3. will unfold
  4. shall unfold
  5. will unfold
  6. will unfold
continuous present
  1. am unfolding
  2. are unfolding
  3. is unfolding
  4. are unfolding
  5. are unfolding
  6. are unfolding
subjunctive
  1. be unfolded
  2. be unfolded
  3. be unfolded
  4. be unfolded
  5. be unfolded
  6. be unfolded
diverse
  1. unfold!
  2. let's unfold!
  3. unfolded
  4. unfolding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor unfold:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afrollen unrolling; unwinding
ontrollen unrolling; unwinding
ontwikkelen civilizing; cultivating; polishing; refining
uitrollen roll out; unroll
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afrollen unfold; unfurl; unroll; unwind
ontplooien develop; unfold bloom; blossom; fill out; flourish; grow in size; prosper
ontrollen unfold; unfurl; unroll; unwind
ontvouwen fold open; fold out; spread out; unfold explain; make clear; make explicit
ontwikkelen develop; unfold blossom; civilise; civilize; cultivate; develop; evolve; exercise; fill out; grow in size; practice; practise; train; tutor
openklappen open; unfold
openspreiden fold open; fold out; spread out; unfold
openvouwen fold open; fold out; spread out; unfold
tot ontwikkeling brengen develop; unfold
uiteenvouwen develop; unfold
uitklappen fold open; fold out; spread out; unfold blabber
uitrollen unfold; unfurl; unroll; unwind
uitslaan fold open; fold out; spread out; unfold hit out; hit the ball out
uitsmeren fold out; spread out; unfold
uitspreiden fold open; fold out; spread out; unfold lay out; put ready; spread
uitvouwen fold open; fold out; spread out; unfold
- blossom; blossom forth; blossom out; extend; open; spread; spread out; stretch; stretch out
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- spread

Verwante woorden van "unfold":


Synoniemen voor "unfold":


Antoniemen van "unfold":


Verwante definities voor "unfold":

  1. develop or come to a promising stage1
  2. spread out or open from a closed or folded state1
  3. extend or stretch out to a greater or the full length1
  4. open to the view1
    • A walk through town will unfold many interesting buildings1

Wiktionary: unfold

unfold
verb
  1. iets verklaren
  2. iets los vouwen

Cross Translation:
FromToVia
unfold ontplooien entfalten — etwas Gefaltetes auspacken
unfold uit elkaar halen; ontplooien; ontwarren; ontwikkelen dérouler — Traductions à trier suivant le sens
unfold smeren; besmeren; doorsmeren; spreiden; ontvouwen; uitspreiden; uitbouwen; uitbreiden; vergroten; afwikkelen; ontrollen; uitrollen; ophouden; rekken; strekken; uitsteken; uitstrekken; verdunnen; versnijden; verwateren étendre — Traductions à trier suivant le sens