Engels

Uitgebreide vertaling voor bailiff (Engels) in het Zweeds

bailiff:

bailiff [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bailiff (sheriff's officer)
    kronofogde
  2. the bailiff (steward)
    uppassare; steward
  3. the bailiff (dikereef)
    förvaltare; delgivningsman; inspektor; utmätningsman
  4. the bailiff (sherrif)
    polischef; sheriff
  5. the bailiff
    utmätningsman

Vertaal Matrix voor bailiff:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
delgivningsman bailiff; dikereef
förvaltare bailiff; dikereef major-domo; manager; regent; sergeant major; sergeant-major; trustee
inspektor bailiff; dikereef examinator; inspector; ticket inspector
kronofogde bailiff; sheriff's officer
polischef bailiff; sherrif
sheriff bailiff; sherrif
steward bailiff; steward ship's steward; steward
uppassare bailiff; steward barkeeper; butler; chamber servant; footman; lackey; man; pallbearer; servant; valet
utmätningsman bailiff; dikereef
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
exekutionsbetjänt bailiff
fogde bailiff; sheriff

Verwante woorden van "bailiff":


Synoniemen voor "bailiff":


Verwante definities voor "bailiff":

  1. an officer of the court who is employed to execute writs and processes and make arrests etc.1

Wiktionary: bailiff


Cross Translation:
FromToVia
bailiff kronofogde; kronoinspektör; kronoassistent GerichtsvollzieherBeamter, dessen Aufgabe es ist, richterliche Urteile und andere Vollstreckungstitel gegebenenfalls zwangsweise zu vollstrecken
bailiff rättstjänare Häscherveraltet: Gerichtsbote, Gerichtsdiener