Engels

Uitgebreide vertaling voor buildings (Engels) in het Zweeds

buildings:

buildings [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the buildings (premises; properties)
    byggnader
  2. the buildings (constructions; structures)
    byggnader; byggnadsverk; konstruktioner; strukturer

Vertaal Matrix voor buildings:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
byggnader buildings; constructions; premises; properties; structures
byggnadsverk buildings; constructions; structures
konstruktioner buildings; constructions; structures constructions; laying; laying out
strukturer buildings; constructions; structures structures

Verwante woorden van "buildings":


Wiktionary: buildings


Cross Translation:
FromToVia
buildings bebyggelse BebauungArchitektur, Städtebau: die Gesamtheit der Gebäude, mit der eine bestimmte Fläche bebaut ist

building:

building [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the building (premises; construction; edifice; structure; lot)
    bygge
    • bygge [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. the building
    byggnad
    • byggnad [-en] zelfstandig naamwoord
  3. the building (construction; composition)
    konstruktion; byggande; strukturering
  4. the building (construction)
    byggnad; konstruktion
  5. the building (construction; structure)
    byggnad; konstruktion; struktur
  6. the building (house; residence; premises)
    hus; bostad; boning; byggnad
    • hus [-ett] zelfstandig naamwoord
    • bostad [-en] zelfstandig naamwoord
    • boning [-en] zelfstandig naamwoord
    • byggnad [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor building:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boning building; house; premises; residence home; house; residence
bostad building; house; premises; residence accommodation; domicile; facility; home; house; housing; lodging; residence; shelter; somewhere to sleep
byggande building; composition; construction
bygge building; construction; edifice; lot; premises; structure
byggnad building; construction; house; premises; residence; structure building-block; construction
hus building; house; premises; residence base; home; residence
konstruktion building; composition; construction; structure body; carcass; construction; frame; framework; making; manufacture; shell; skeleton; structure
struktur building; construction; structure basic shape; construction; outline; structure; topic
strukturering building; composition; construction
- construction; edifice
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
byggnadsverksamhet building; building activity; construction; construction activity
uppbyggnad building; building up; construction

Verwante woorden van "building":


Synoniemen voor "building":


Verwante definities voor "building":

  1. the act of constructing something1
    • his hobby was the building of boats1
  2. the commercial activity involved in repairing old structures or constructing new ones1
    • workers in the building trades1
  3. a structure that has a roof and walls and stands more or less permanently in one place1
    • there was a three-story building on the corner1
  4. the occupants of a building1
    • the entire building complained about the noise1

Wiktionary: building

building
noun
  1. closed structure with walls and a roof
  2. act or process of building

Cross Translation:
FromToVia
building byggnad Bau — ein Haus
building byggnad Bauwerk — von Menschen gebauter, ortsfester Gegenstand
building byggnadsverk Bauwerk — durch seine architektonische Gestaltung größerer, bedeutender Bau
building byggnad Gebäude — ein vom Menschen errichtetes, meist oberirdisches, ortsfestes Konstrukt, das einen oder mehrere Räume enthält
building hus; byggnad; bygge gebouw — een constructie van enige omvang die verbonden is met de grond en waarin men kan wonen of werken
building fastighet immeuble — droit|fr bien qui ne peut transporter d’un lieu à un autre ou qu’il interdire par la loi d’déplacer.

Verwante vertalingen van buildings