Engels

Uitgebreide vertaling voor companion (Engels) in het Zweeds

companion:

companion [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the companion (friend; business associate; chum; )
    vän; kompis; polare; kamrat
    • vän zelfstandig naamwoord
    • kompis [-en] zelfstandig naamwoord
    • polare zelfstandig naamwoord
    • kamrat [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the companion (pal; friend; buddy; )
    kompis
    • kompis [-en] zelfstandig naamwoord
  3. the companion (information guide)
    vägvisare; handbok
  4. the companion (husband; spouse; partner; life companion)
    make; äkta man
    • make [-en] zelfstandig naamwoord
    • äkta man zelfstandig naamwoord
  5. the companion (mate; partner; chum; pal; friend)
    kompis; partner; kompanjon
    • kompis [-en] zelfstandig naamwoord
    • partner [-en] zelfstandig naamwoord
    • kompanjon [-en] zelfstandig naamwoord
  6. the companion (guide)
    följeslagare; guide; beledsagare; följslagerska
  7. the companion (female partner; partner)
    kvinnlig partner
  8. the companion (fellow; mate)
    följeslagare; kamrat; ledsagare

companion

  1. companion
  2. companion

Vertaal Matrix voor companion:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beledsagare companion; guide
följeslagare companion; fellow; guide; mate
följslagerska companion; guide
guide companion; guide guide; guidebook; handbook; host; leader; manual; mentor; wizard
handbok companion; information guide charter; directory; guide; guidebook; handbook; house rules; instruction; instruction book; instruction booklet; instructions; instructions for use; manual; statute
kamrat buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal; partner best friend; bosom friend; buddy; close friend; confidante; friend; pal
kompanjon chum; companion; friend; mate; pal; partner
kompis buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal; partner buddy; friend; mate; pal
kvinnlig partner companion; female partner; partner
ledsagare companion; fellow; mate
make companion; husband; life companion; partner; spouse better half; consort; husband; life companion; male; man; spouse; wife
partner chum; companion; friend; mate; pal; partner member of the firm; partner
polare buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal; partner bloke; buddy; chap; fellow; friend; lad; man; mate; pal
vägvisare companion; information guide guide; itinerary; leader; mentor
vän buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal; partner buddy; chum; friend; intimate; pal
äkta man companion; husband; life companion; partner; spouse
- associate; comrade; familiar; fellow; fellow traveler; fellow traveller
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- accompany; company; keep company
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
medbroder companion
stallbroder companion

Verwante woorden van "companion":


Synoniemen voor "companion":


Verwante definities voor "companion":

  1. one paid to accompany or assist or live with another1
  2. a friend who is frequently in the company of another1
    • drinking companions1
  3. a traveler who accompanies you1
  4. be a companion to somebody1

Wiktionary: companion


Cross Translation:
FromToVia
companion sällskap Begleiterumschreibend für: Freund, Liebhaber
companion kamrat; kompis Kamerad — ursprünglich: Soldat, mit dem man die Stube teilt; allgemein: Soldat in der eigenen Armee
companion livsledsagare; sambo; livskamrat Lebensgefährte — Person in einer festen Lebensgemeinschaft
companion kamrat; kompis camarade — Celui ou celle qui, en partager les occupations, la vie d’une ou de plusieurs personnes, contracter avec elles une sorte d’amitié et une communauté d’intérêts.

Verwante vertalingen van companion