Hazel in het Zweeds vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

Engels

Uitgebreide vertaling voor hazel (Engels) in het Zweeds

the hazel (hazelwood)
hassel; hasselbuske; hasselnötsbuske
- hassel [-en] zelfstandig naamwoord
- hasselbuske zelfstandig naamwoord
- hasselnötsbuske zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hassel	hazel; hazelwood
hasselbuske	hazel; hazelwood
hasselnötsbuske	hazel; hazelwood
-	Pomaderris apetala; hazel tree; hazelnut; hazelnut tree

of a light brown or yellowish brown color¹
a shade of brown that is yellowish or reddish; it is a greenish shade of brown when used to describe the color of someone's eyes¹
any of several shrubs or small trees of the genus Corylus bearing edible nuts enclosed in a leafy husk¹
the fine-grained wood of a hazelnut tree (genus Corylus) and the hazel tree (Australian genus Pomaderris)¹
Australian tree grown especially for ornament and its fine-grained wood and bearing edible nuts¹

Cross Translation:

From	To	Via
• hazel	→ hassel	↔ Hasel — Botanik: Strauch, der Haselnuss trägt
• hazel	→ hassel	↔ Haselnuss — Botanik: eine Gattung verholzender Sträucher und Bäume in der Familie der Birkengewächse
• hazel	→ hassel	↔ Haselnussstrauch — Botanik: eine Gattung verholzender Sträucher und Bäume in der Familie der Birkengewächse (Betulaceae)