Cursos in het Duits vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

cursos:
- Kurse; Seewege
curso:
- Kursus; Studium; Lehrgang; Kurs; Unterricht; Stunde; Schulstunde; Unterrichtsstunde; Klasse; Klassenlokal; Klassenzimmer; Schulraum; Unterrrichtsraum; Schulzimmer; Böschung
- verlauf
Wiktionary:
- curso → Schulklasse, Fach
- curso → Unterricht, Lauf, Kurs, Fach, Schulfach, Unterrichtsfach, Studienfach, Lehrfach

Spaans

Uitgebreide vertaling voor cursos (Spaans) in het Duits

cursos:

cursos [el ~] zelfstandig naamwoord

el cursos (rutas marítimas; cotizaciones; vías marítimas)
die Kurse; die Seewege
- Kurse [die ~] zelfstandig naamwoord
- Seewege [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cursos:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Kurse	cotizaciones; cursos; rutas marítimas; vías marítimas
Seewege	cotizaciones; cursos; rutas marítimas; vías marítimas

Verwante woorden van "cursos":

curso

cursos vorm van curso:

curso [el ~] zelfstandig naamwoord

el curso (estudios; carrera; cursillo)
der Kursus; Studium; der Lehrgang; der Kurs
- Kursus [der ~] zelfstandig naamwoord
- Studium [das ~] zelfstandig naamwoord
- Lehrgang [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kurs [der ~] zelfstandig naamwoord
el curso (hora de clase; lección; clase; cursillo; hora; estudios; aula)
der Unterricht; die Stunde; die Schulstunde; die Unterrichtsstunde
- Unterricht [der ~] zelfstandig naamwoord
- Stunde [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schulstunde [die ~] zelfstandig naamwoord
- Unterrichtsstunde [die ~] zelfstandig naamwoord
el curso (sala de clase; clase; lección; aula; hora lectiva; hora de clase)
die Klasse; Klassenlokal; Klassenzimmer; der Schulraum; der Unterrrichtsraum; Schulzimmer
- Klasse [die ~] zelfstandig naamwoord
- Klassenlokal [das ~] zelfstandig naamwoord
- Klassenzimmer [das ~] zelfstandig naamwoord
- Schulraum [der ~] zelfstandig naamwoord
- Unterrrichtsraum [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schulzimmer [das ~] zelfstandig naamwoord
el curso (desarollo; marcha; transcurso)
die Böschung
- Böschung [die ~] zelfstandig naamwoord

curso bijvoeglijk naamwoord

curso (proceso)
verlauf
- verlauf bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor curso:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Böschung	curso; desarollo; marcha; transcurso	arcén; cuesta; declive; grada; inclinaciones; inclinación; pendiente; rampa; talud; taludaciones; terraplén; vertiente
Klasse	aula; clase; curso; hora de clase; hora lectiva; lección; sala de clase	asociación; año escolar; banda; capa; categoría; clase; clase social; colectivo; condición social; grupo; grupo social
Klassenlokal	aula; clase; curso; hora de clase; hora lectiva; lección; sala de clase
Klassenzimmer	aula; clase; curso; hora de clase; hora lectiva; lección; sala de clase	aula; clase; local; sala de clase
Kurs	carrera; cursillo; curso; estudios	cambio; cambio de acciones; clase; cotización; dirección; divisa; divisas; educación; enseñanza; forma; rumbo; tarifa de cambio; tasa de cambio; tipo de cambio
Kursus	carrera; cursillo; curso; estudios
Lehrgang	carrera; cursillo; curso; estudios
Schulraum	aula; clase; curso; hora de clase; hora lectiva; lección; sala de clase	aula; clase; local; sala de clase
Schulstunde	aula; clase; cursillo; curso; estudios; hora; hora de clase; lección
Schulzimmer	aula; clase; curso; hora de clase; hora lectiva; lección; sala de clase	local escolar
Studium	carrera; cursillo; curso; estudios	estudio; estudios; examen
Stunde	aula; clase; cursillo; curso; estudios; hora; hora de clase; lección
Unterricht	aula; clase; cursillo; curso; estudios; hora; hora de clase; lección	adiestramiento; clase; comando; comisión; educaciones; educación; elaboración; enseñanza; formaciones; instrucción; lección; progreso
Unterrichtsstunde	aula; clase; cursillo; curso; estudios; hora; hora de clase; lección
Unterrrichtsraum	aula; clase; curso; hora de clase; hora lectiva; lección; sala de clase
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Klasse		clase; clase de objeto; grado
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
verlauf	curso; proceso

Verwante woorden van "curso":

cursos

Synoniemen voor "curso":

lapso; período; intervalo; transcurso; espacio; tiempo; plazo; etapa
lecho; álveo; cauce; madre; vaguada; quebrada; cañada

Wiktionary: curso

curso

noun

Gruppe von Schüler und Schülerin, die zusammen unterrichtet werden.
- Schulklasse → clase; curso
Schulwesen: kurz für ein Unterrichtsfach
- Fach → curso; materia

Cross Translation:

From	To	Via
• curso	→ Unterricht	↔ class — series of classes covering a single subject
• curso	→ Lauf	↔ course — onward movement
• curso	→ Kurs	↔ course — period of learning
• curso	→ Lauf	↔ course — path taken by a waterway
• curso	→ Fach; Schulfach; Unterrichtsfach; Studienfach; Lehrfach	↔ subject — particular area of study
• curso	→ Kurs	↔ cours — enseignement, classe
• curso	→ Lauf	↔ cours — action de courir

Verwante vertalingen van cursos

Remove Ads

Vertaal cursos van Spaans naar Duits

Uitgebreide vertaling voor cursos (Spaans) in het Duits

cursos:

cursos [el ~] zelfstandig naamwoord

el cursos (rutas marítimas; cotizaciones; vías marítimas)

Vertaal Matrix voor cursos:

Verwante woorden van "cursos":

cursos vorm van curso:

curso [el ~] zelfstandig naamwoord

el curso (estudios; carrera; cursillo)

el curso (hora de clase; lección; clase; cursillo; hora; estudios; aula)

el curso (sala de clase; clase; lección; aula; hora lectiva; hora de clase)

el curso (desarollo; marcha; transcurso)

curso bijvoeglijk naamwoord

curso (proceso)

Vertaal Matrix voor curso:

Verwante woorden van "curso":

Synoniemen voor "curso":

Wiktionary: curso

Verwante vertalingen van cursos