Spaans

Uitgebreide synoniemen voor aptitud in het Spaans

aptitud:

aptitud [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la aptitud
    la destreza; la aptitud; la experiencia; la presteza
  2. la aptitud
    la capacidad; la aptitud; la competencia; la potencia
  3. la aptitud
    la aptitud; la capacidad; la conveniencia
  4. la aptitud
    el arte; la artes; la comodidad; la agilidad; la manija; la presteza; el truco; la ciencia; la aptitud; la pericia
    • arte [el ~] zelfstandig naamwoord
    • artes [la ~] zelfstandig naamwoord
    • comodidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • agilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • manija [la ~] zelfstandig naamwoord
    • presteza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • truco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • ciencia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • aptitud [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pericia [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. la aptitud
    la aptitud
    • aptitud [la ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "aptitud":

  • aptitudes

Alternatieve synoniemen voor "aptitud":


Verwante synoniemen voor aptitud