Spaanse synoniemen van chiste, ander woord voor chiste

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

chiste:
- chiste; agudeza; ocurrencia; payasada; broma; cachondeo; comicidad; chocarrería

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor chiste in het Spaans

el chiste
el chiste
- chiste [el ~] zelfstandig naamwoord
el chiste
el chiste; la agudeza; la ocurrencia; la payasada
- chiste [el ~] zelfstandig naamwoord
- agudeza [la ~] zelfstandig naamwoord
- ocurrencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- payasada [la ~] zelfstandig naamwoord
el chiste
la broma; el chiste
- broma [la ~] zelfstandig naamwoord
- chiste [el ~] zelfstandig naamwoord
el chiste
la broma; el chiste; el cachondeo; la payasada; la comicidad; la chocarrería
- broma [la ~] zelfstandig naamwoord
- chiste [el ~] zelfstandig naamwoord
- cachondeo [el ~] zelfstandig naamwoord
- payasada [la ~] zelfstandig naamwoord
- comicidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- chocarrería [la ~] zelfstandig naamwoord

caraba; macana; candonga; chufla; camelo; broma; cuchufleta; carnavalada; chanza; paparrucha; burla; chacota; guasa; inocentada; novatada; mofa; befa; chunga; chirigota; bufonada; payasada; gansada; pitorreo; cachondeo; vacilada
golpe; salida; gracia; ocurrencia