Spaans

Uitgebreide synoniemen voor embuste in het Spaans

embuste:

embuste [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el embuste
    el timo; la mentira; la estafa; el fraude; la impostura; la superchería; la falsedad; el embuste; el engaño
    • timo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • mentira [la ~] zelfstandig naamwoord
    • estafa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fraude [el ~] zelfstandig naamwoord
    • impostura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • superchería [la ~] zelfstandig naamwoord
    • falsedad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • embuste [el ~] zelfstandig naamwoord
    • engaño [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. el embuste
    la estafa; la trampa; el fraude; la mentira; el engaño; la falsedad; el embuste
    • estafa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • trampa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fraude [el ~] zelfstandig naamwoord
    • mentira [la ~] zelfstandig naamwoord
    • engaño [el ~] zelfstandig naamwoord
    • falsedad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • embuste [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. el embuste
    la disimulo; el engaño; la traición; la falsedad; la impostura; el embuste; la superchería; el amaneramiento; la mendacidad; la falsía
  4. el embuste
    la trampa; el fraude; el engaño; la estafa; el embuste; la falsificación; la malversaciones
  5. el embuste
    la mentira; la mentiras; el embuste; el embustes
    • mentira [la ~] zelfstandig naamwoord
    • mentiras [la ~] zelfstandig naamwoord
    • embuste [el ~] zelfstandig naamwoord
    • embustes [el ~] zelfstandig naamwoord
  6. el embuste
    el engaño; la estafa; el embuste; la superchería

Verwante woorden van "embuste":


Alternatieve synoniemen voor "embuste":