Overzicht
Spaans Synoniemen: Meer gegevens...
- extranjera:
-
extranjero:
- país extranjero; extranjero; exterior; forastero; extranjera; forastera; desconocido; incógnita; extraño; bicho raro; persona extraña; tipo raro
- extranjero; del extranjero; extraño; raro; sorprendente; peculiar; ajeno; asombroso; curioso; particular; especial; típico; exótico; singular; característico; extravagante; especialmente; desconocido; aparte; especifico; extraordinariamente; de una manera extraña; diferente; extraordinario; sugestivo; curiosamente; antojadizo; exterior; fuera del país
Spaans
Uitgebreide synoniemen voor extranjera in het Spaans
extranjera:
-
la extranjera
el desconocido; la incógnita; el extranjero; el extraño; la extranjera; la forastera; el bicho raro; la persona extraña; el forastero; el tipo raro -
la extranjera
Verwante woorden van "extranjera":
extranjera vorm van extranjero:
-
el extranjero
-
el extranjero
-
el extranjero
-
el extranjero
el desconocido; la incógnita; el extranjero; el extraño; la extranjera; la forastera; el bicho raro; la persona extraña; el forastero; el tipo raro -
el extranjero
el extranjero
-
extranjero
-
extranjero
extraño; extranjero; raro; sorprendente; peculiar; ajeno; asombroso; curioso; particular; especial; típico; exótico; singular; característico; extravagante-
extraño bijvoeglijk naamwoord
-
extranjero bijvoeglijk naamwoord
-
raro bijvoeglijk naamwoord
-
sorprendente bijvoeglijk naamwoord
-
peculiar bijvoeglijk naamwoord
-
ajeno bijvoeglijk naamwoord
-
asombroso bijvoeglijk naamwoord
-
curioso bijvoeglijk naamwoord
-
particular bijvoeglijk naamwoord
-
especial bijvoeglijk naamwoord
-
típico bijvoeglijk naamwoord
-
exótico bijvoeglijk naamwoord
-
singular bijvoeglijk naamwoord
-
característico bijvoeglijk naamwoord
-
extravagante bijvoeglijk naamwoord
-
-
extranjero
ajeno; particular; raro; especialmente; típico; curioso; desconocido; aparte; singular; especifico; extraordinariamente; de una manera extraña; especial; diferente; peculiar; extraordinario; característico; sugestivo; extraño; extranjero; sorprendente; curiosamente; extravagante; exótico; antojadizo-
ajeno bijvoeglijk naamwoord
-
particular bijvoeglijk naamwoord
-
raro bijvoeglijk naamwoord
-
especialmente bijvoeglijk naamwoord
-
típico bijvoeglijk naamwoord
-
curioso bijvoeglijk naamwoord
-
desconocido bijvoeglijk naamwoord
-
aparte bijvoeglijk naamwoord
-
singular bijvoeglijk naamwoord
-
especifico bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinariamente bijvoeglijk naamwoord
-
de una manera extraña bijvoeglijk naamwoord
-
especial bijvoeglijk naamwoord
-
diferente bijvoeglijk naamwoord
-
peculiar bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinario bijvoeglijk naamwoord
-
característico bijvoeglijk naamwoord
-
sugestivo bijvoeglijk naamwoord
-
extraño bijvoeglijk naamwoord
-
extranjero bijvoeglijk naamwoord
-
sorprendente bijvoeglijk naamwoord
-
curiosamente bijvoeglijk naamwoord
-
extravagante bijvoeglijk naamwoord
-
exótico bijvoeglijk naamwoord
-
antojadizo bijvoeglijk naamwoord
-
-
extranjero
exterior; fuera del país; extranjero; del extranjero-
exterior bijvoeglijk naamwoord
-
fuera del país bijvoeglijk naamwoord
-
extranjero bijvoeglijk naamwoord
-
del extranjero bijvoeglijk naamwoord
-