Spaans

Uitgebreide synoniemen voor fuego in het Spaans

fuego:

fuego [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el fuego
    el fuego; el incendio
    • fuego [el ~] zelfstandig naamwoord
    • incendio [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. el fuego
    la pasión; el fuego; el ardor; la energía; el impulso; el garbo
    • pasión [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fuego [el ~] zelfstandig naamwoord
    • ardor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • energía [la ~] zelfstandig naamwoord
    • impulso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • garbo [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. el fuego
    el fuego; la fuerza; la violencia; el brío; el fervor; la intensidad; la aspereza; la profundidad; el ardor; la vehemencia; la acritud; el arrebato; el ímpetu; la impetuosidad; la brusquedad; la causticidad
  4. el fuego
    la ganas; la pasión; el gusto; la sensualidad; el fervor; el fuego; el instinto sexual; el instinto; el deseo
    • ganas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pasión [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gusto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sensualidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fervor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fuego [el ~] zelfstandig naamwoord
    • instinto sexual [el ~] zelfstandig naamwoord
    • instinto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • deseo [el ~] zelfstandig naamwoord
  5. el fuego
    el fuego; la lumbre
    • fuego [el ~] zelfstandig naamwoord
    • lumbre [la ~] zelfstandig naamwoord
  6. el fuego
    la lumbre; el fuego; la luz
    • lumbre [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fuego [el ~] zelfstandig naamwoord
    • luz [la ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "fuego":


Alternatieve synoniemen voor "fuego":


Verwante synoniemen voor fuego