Home ->Woordenboeken ->Spaans/Spaans ->Vertaal poso

Synoniemen voor "poso" in het Spaans

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

poso:
- poso; asiento; resto; sobra; depósito; rastro; despojo; remanente; huella; residuo; desperdicio; excedente; borra; sedimento; surplús; últimos restos; cochinada; fondo de café; poso de café; restos de café
posar:
- posar
posarse:
- acabarse; posarse; terminarse; formalizarse

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor poso in het Spaans

poso:

poso [el ~] zelfstandig naamwoord

el poso
el poso; el asiento
- poso [el ~] zelfstandig naamwoord
- asiento [el ~] zelfstandig naamwoord
el poso
el resto; la sobra; el depósito; el rastro; el poso; el despojo; el remanente; la huella; el residuo; el desperdicio; el excedente; la borra; el sedimento; el surplús; el últimos restos
- resto [el ~] zelfstandig naamwoord
- sobra [la ~] zelfstandig naamwoord
- depósito [el ~] zelfstandig naamwoord
- rastro [el ~] zelfstandig naamwoord
- poso [el ~] zelfstandig naamwoord
- despojo [el ~] zelfstandig naamwoord
- remanente [el ~] zelfstandig naamwoord
- huella [la ~] zelfstandig naamwoord
- residuo [el ~] zelfstandig naamwoord
- desperdicio [el ~] zelfstandig naamwoord
- excedente [el ~] zelfstandig naamwoord
- borra [la ~] zelfstandig naamwoord
- sedimento [el ~] zelfstandig naamwoord
- surplús [el ~] zelfstandig naamwoord
- últimos restos [el ~] zelfstandig naamwoord
el poso
el poso; el sedimento; la cochinada; el fondo de café; el poso de café; el restos de café
- poso [el ~] zelfstandig naamwoord
- sedimento [el ~] zelfstandig naamwoord
- cochinada [la ~] zelfstandig naamwoord
- fondo de café [el ~] zelfstandig naamwoord
- poso de café [el ~] zelfstandig naamwoord
- restos de café [el ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "poso":

borra; residuo; hez; sedimento
zurrapa

poso vorm van posar:

posar [el ~] zelfstandig naamwoord

el posar
el posar
- posar [el ~] zelfstandig naamwoord

poso vorm van posarse:

posarse werkwoord

posarse
acabarse; posarse; terminarse; formalizarse
- acabarse werkwoord
- posarse werkwoord
- terminarse werkwoord
- formalizarse werkwoord

Conjugations for posarse:

presente

me poso
te posas
se posa
nos posamos
os posáis
se posan

imperfecto

me posaba
te posabas
se posaba
nos posábamos
os posabais
se posaban

indefinido

me posé
te posaste
se posó
nos posamos
os posasteis
se posaron

fut. de ind.

me posaré
te posarás
se posará
nos posaremos
os posaréis
se posarán

condic.

me posaría
te posarías
se posaría
nos posaríamos
os posaríais
se posarían

pres. de subj.

que me pose
que te poses
que se pose
que nos posemos
que os poséis
que se posen

imp. de subj.

que me posara
que te posaras
que se posara
que nos posáramos
que os posarais
que se posaran

miscelánea

¡pósate!
¡posaos!
¡no te poses!
¡no os poséis!
posado
posándose

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Verwante synoniemen voor poso