Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bragas:
  2. braga:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor bragas (Spaans) in het Nederlands

bragas:

bragas [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la bragas (calzoncillos; braguita; slip; toga)
    het slipje; de onderbroek; de slip
    • slipje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • onderbroek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • slip [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la bragas (calzoncillos; braguita)
    de onderbroeken; slipjes
  3. la bragas (enaguas; combinación de cintura; faldón)
    de onderrok
    • onderrok [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bragas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onderbroek bragas; braguita; calzoncillos; slip; toga
onderbroeken bragas; braguita; calzoncillos
onderrok bragas; combinación de cintura; enaguas; faldón
slip bragas; braguita; calzoncillos; slip; toga
slipje bragas; braguita; calzoncillos; slip; toga
slipjes bragas; braguita; calzoncillos

Verwante woorden van "bragas":


Wiktionary: bragas


Cross Translation:
FromToVia
bragas slipje panties — short underpants for women or girls
bragas onderbroek pants — undergarment covering the genitals

braga:

braga [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la braga (calzoncillos; pantalón corto)
    korte broek; het broekje

Vertaal Matrix voor braga:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
broekje braga; calzoncillos; pantalón corto
korte broek braga; calzoncillos; pantalón corto

Verwante woorden van "braga":


Synoniemen voor "braga":


Wiktionary: braga


Cross Translation:
FromToVia
braga tuinbroek; grove kleren dungarees — heavy denim pants or overalls
braga onderbroek pants — undergarment covering the genitals