Desagrado in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

desagrado:
- onbehagen; onvrede; misnoegen; onmin; ontevredenheid; ongenoegen; ontstemming

Spaans

Uitgebreide vertaling voor desagrado (Spaans) in het Nederlands

el desagrado (disgusto; insatisfacción; malestar; descontento; discordia; incomodidad)
het onbehagen; de onvrede; het misnoegen; de onmin
- onbehagen [het ~] zelfstandig naamwoord
- onvrede [de ~] zelfstandig naamwoord
- misnoegen [het ~] zelfstandig naamwoord
- onmin [de ~] zelfstandig naamwoord
el desagrado (descontento; disgusto; discordia; abatimiento)
de ontevredenheid; het ongenoegen; het misnoegen
- ontevredenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ongenoegen [het ~] zelfstandig naamwoord
- misnoegen [het ~] zelfstandig naamwoord
el desagrado
de ontstemming
- ontstemming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
misnoegen	abatimiento; desagrado; descontento; discordia; disgusto; incomodidad; insatisfacción; malestar	desazón; descontento; disgusto; incomodidad; insatisfacción; irritación; malestar; molestia
onbehagen	desagrado; descontento; discordia; disgusto; incomodidad; insatisfacción; malestar	desazón; descontento; disgusto; incomodidad; insatisfacción; malestar; molestia
ongenoegen	abatimiento; desagrado; descontento; discordia; disgusto
onmin	desagrado; descontento; discordia; disgusto; incomodidad; insatisfacción; malestar	desacuerdo; descontento; discordia
ontevredenheid	abatimiento; desagrado; descontento; discordia; disgusto	desazón; descontento; disgusto; incomodidad; insatisfacción; malestar; molestia
ontstemming	desagrado
onvrede	desagrado; descontento; discordia; disgusto; incomodidad; insatisfacción; malestar	desacuerdo; desazón; descontento; discordia; disgusto; incomodidad; insatisfacción; malestar; molestia