Infracciones in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

infracciones:
- overtreding; delict; vergrijp; overtredingen; vergrijpen
infracción:
- overtreding; delict; vergrijp; aantasting; inbreuk; schending; schennis; misdaad; misdrijf; wandaad; schanddaad; wetsovertreding; verdragsschending

Spaans

Uitgebreide vertaling voor infracciones (Spaans) in het Nederlands

la infracciones (delito; falta; infracción; contravención; abuso; contravenciones)
de overtreding; de delict; het vergrijp
- overtreding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- delict [de ~] zelfstandig naamwoord
- vergrijp [het ~] zelfstandig naamwoord
la infracciones (contravenciones; delitos)
de overtredingen; de vergrijpen
- overtredingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- vergrijpen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
delict	abuso; contravenciones; contravención; delito; falta; infracciones; infracción	acto de violencia; crimen; delito; infracción
overtreding	abuso; contravenciones; contravención; delito; falta; infracciones; infracción	acto de violencia; crimen; delito; infracción
overtredingen	contravenciones; delitos; infracciones
vergrijp	abuso; contravenciones; contravención; delito; falta; infracciones; infracción	acto de violencia; crimen; delito; infracción
vergrijpen	contravenciones; delitos; infracciones

la infracción (delito; falta; contravención; abuso; infracciones; contravenciones)
de overtreding; de delict; het vergrijp
- overtreding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- delict [de ~] zelfstandig naamwoord
- vergrijp [het ~] zelfstandig naamwoord
la infracción (violación; delito; falta; violación del tratado)
de aantasting; de inbreuk; de schending; de schennis
- aantasting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- inbreuk [de ~] zelfstandig naamwoord
- schending [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- schennis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la infracción (crimen; delito; acto de violencia)
de misdaad; het misdrijf; het vergrijp; de overtreding; de wandaad; de schanddaad; de delict; de wetsovertreding
- misdaad [de ~] zelfstandig naamwoord
- misdrijf [het ~] zelfstandig naamwoord
- vergrijp [het ~] zelfstandig naamwoord
- overtreding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- wandaad [de ~] zelfstandig naamwoord
- schanddaad [de ~] zelfstandig naamwoord
- delict [de ~] zelfstandig naamwoord
- wetsovertreding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la infracción (violación del tratado; falta; delito; violación)
verdragsschending
- verdragsschending [znw.] zelfstandig naamwoord
la infracción
de overtreding
- overtreding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aantasting	delito; falta; infracción; violación; violación del tratado
delict	abuso; acto de violencia; contravenciones; contravención; crimen; delito; falta; infracciones; infracción
inbreuk	delito; falta; infracción; violación; violación del tratado
misdaad	acto de violencia; crimen; delito; infracción
misdrijf	acto de violencia; crimen; delito; infracción
overtreding	abuso; acto de violencia; contravenciones; contravención; crimen; delito; falta; infracciones; infracción
schanddaad	acto de violencia; crimen; delito; infracción	ignominia; infamia
schending	delito; falta; infracción; violación; violación del tratado
schennis	delito; falta; infracción; violación; violación del tratado
verdragsschending	delito; falta; infracción; violación; violación del tratado
vergrijp	abuso; acto de violencia; contravenciones; contravención; crimen; delito; falta; infracciones; infracción
wandaad	acto de violencia; crimen; delito; infracción	abominación; atrocidad; crimen; delito; desmán
wetsovertreding	acto de violencia; crimen; delito; infracción