Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. repulsión:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor repulsión (Spaans) in het Nederlands

repulsión:

repulsión [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la repulsión (repugnancia; asquerosidad)
    de afstotelijkheid
  2. la repulsión (animadversión; aversión; disgusto; )
    de antipathie; de aversie; de afkeer; de tegenzin; de hekel; de weerzin
    • antipathie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aversie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • afkeer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • tegenzin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hekel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • weerzin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. la repulsión (repelar)
    afstoten

Vertaal Matrix voor repulsión:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkeer animadversión; antipatía; asco; aversión; disgusto; repugnancia; repulsión odio
afstotelijkheid asquerosidad; repugnancia; repulsión
afstoten repelar; repulsión
antipathie animadversión; antipatía; asco; aversión; disgusto; repugnancia; repulsión
aversie animadversión; antipatía; asco; aversión; disgusto; repugnancia; repulsión
hekel animadversión; antipatía; asco; aversión; disgusto; repugnancia; repulsión
tegenzin animadversión; antipatía; asco; aversión; disgusto; repugnancia; repulsión
weerzin animadversión; antipatía; asco; aversión; disgusto; repugnancia; repulsión abominación; aversión; hastío; horror; náuseas; repugnancia
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afstoten deshacerse de; echar a patadas; rebotar

Synoniemen voor "repulsión":


Wiktionary: repulsión

repulsión
noun
  1. een kracht die twee voorwerpen zich van elkaar doet verwijderen.
  2. afstoting
  3. sterke afkeer