Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tirana:
  2. tirano:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor tirana (Spaans) in het Nederlands

tirana:

tirana [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la tirana (déspota)
    de despoot
    • despoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la tirana (déspota; opresora)
    despote
    • despote [znw.] zelfstandig naamwoord
  3. la tirana (opresora; déspota)
    dwingelande

Vertaal Matrix voor tirana:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
despoot déspota; tirana déspota; tirano
despote déspota; opresora; tirana
dwingelande déspota; opresora; tirana

Verwante woorden van "tirana":


tirano:

tirano [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el tirano (bárbaro; déspota; titán; bruto; energúmeno)
    de woesteling
  2. el tirano (déspota)
    de tiran; de overheerser; de despoot
    • tiran [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • overheerser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • despoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tirano:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
despoot déspota; tirano déspota; tirana
overheerser déspota; tirano soberano; usurpador
tiran déspota; tirano
woesteling bruto; bárbaro; déspota; energúmeno; tirano; titán

Verwante woorden van "tirano":


Synoniemen voor "tirano":


Wiktionary: tirano

tirano
noun
  1. heerser, meest bij de gratie van een schrikbewind

Cross Translation:
FromToVia
tirano dictator Diktator — Herrscher mit uneingeschränkter Machtfülle
tirano tiran tyrant — absolute ruler
tirano tiran; dwingeland; geweldenaar tyran — antiq|fr roi absolu, monarque, despote qui usurper la puissance souveraine.