Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. zampa:
  2. zampar:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor zampa (Spaans) in het Nederlands

zampa:

zampa [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la zampa (pilote; estaca)
    de heipaal
    • heipaal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zampa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heipaal estaca; pilote; zampa

zampar:

zampar [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el zampar (engullir; embaular)
    het schrokken

Vertaal Matrix voor zampar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schrokken embaular; engullir; zampar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schrokken atiborrarse; devorar

Synoniemen voor "zampar":


Wiktionary: zampar

zampar
verb
  1. (overgankelijk) stiekem verbergen, doen verdwijnen