Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. dolencia:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor dolencia (Spaans) in het Zweeds

dolencia:

dolencia [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la dolencia (enfermedad)
    sjukdom
    • sjukdom [-en] zelfstandig naamwoord
  2. la dolencia (inconveniente; reclamación; queja; )
    klagomål
  3. la dolencia (enfermedad; molestia; achaque; incomodidad; mal)
    sjukdom; besvär; krämpa
    • sjukdom [-en] zelfstandig naamwoord
    • besvär [-ett] zelfstandig naamwoord
    • krämpa [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dolencia:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
besvär achaque; dolencia; enfermedad; incomodidad; mal; molestia aflicción; ajetreo; bromista; calamidad; daño; desgracia; disgusto; dolor; duelo; embrollo; estorbo; fastidio; incomodidad; irritación; jaleo; latoso; miseria; molestia; molestias; pena; persona maliciosa; pesada; pesado; pesadumbre; pesar; trapisonda; tristeza
klagomål dolencia; enfermedad; inconveniente; lamentación; llanto; mal; objeción; queja; querella; reclamación; reproche; suspiro queja
krämpa achaque; dolencia; enfermedad; incomodidad; mal; molestia achaque; afección; alifafe; enfermedad
sjukdom achaque; dolencia; enfermedad; incomodidad; mal; molestia afección; enfermedad; mareo; náuseas
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
krämpa tener convulsiones

Verwante woorden van "dolencia":

  • dolencias

Synoniemen voor "dolencia":


Wiktionary: dolencia


Cross Translation:
FromToVia
dolencia åkomma; besvär; skröplighet Gebrechengehoben: andauernde (körperliche, gesundheitliche) Beeinträchtigung

Verwante vertalingen van dolencia