Frans

Uitgebreide vertaling voor berge (Frans) in het Duits

berge:

berge [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la berge (rive)
    Ufer; Gestade; Flußbett
    • Ufer [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gestade [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Flußbett [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. la berge (talus; pente; accotement; bas-côté; rampe)
    der Hang; die Böschung; der Hügel; Gefälle
    • Hang [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Böschung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Hügel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gefälle [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. la berge (rivage; rive; bord de l'eau)
    die Wasserseite; Ufer
    • Wasserseite [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Ufer [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor berge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Böschung accotement; bas-côté; berge; pente; rampe; talus cours; côte; inclinaisons; marche; penchants; pente; pentes; rampe; talus; train
Flußbett berge; rive couche; couchette; lit; lit fluvial
Gefälle accotement; bas-côté; berge; pente; rampe; talus angle de pente; côte; inclination; pente; rampe; talus
Gestade berge; rive
Hang accotement; bas-côté; berge; pente; rampe; talus caractère; convoitise; côte; disposition; désir; goût pour; inclination; nature; paroi; penchant; pente; prédilection; préférence; rampe; sympathies; talus; tempérament; tendance
Hügel accotement; bas-côté; berge; pente; rampe; talus
Ufer berge; bord de l'eau; rivage; rive bastion; bords; forteresse; murs de la villes; rempart; rempart d'une ville; rivages; rives; terre
Wasserseite berge; bord de l'eau; rivage; rive

Synoniemen voor "berge":


Wiktionary: berge

berge
noun
  1. bord relevé d’une rivière, d’un chemin, d’un fossé.
berge
noun
  1. Brasilien (Rio Grande do Sul, Santa Catarina): an einem Fluss oder Weg gelegener steiler Abhang; Böschung

Cross Translation:
FromToVia
berge Ufer waterkant — daar waar land ophoudt en een water, zoals beek, rivier, meer of kanaal begint



Duits

Uitgebreide vertaling voor berge (Duits) in het Frans

bergen:

bergen werkwoord (berge, birgst, birgt, barg, bargt, geborgen)

  1. bergen
    sauver; mettre en sécurité; mettre en sûreté
    • sauver werkwoord (sauve, sauves, sauvons, sauvez, )
    • mettre en sûreté werkwoord
  2. bergen (aufräumen; wegräumen; ausräumen; )
    ranger; nettoyer; débarrasser; stocker; liquider; solder
    • ranger werkwoord (range, ranges, rangeons, rangez, )
    • nettoyer werkwoord (nettoie, nettoies, nettoyons, nettoyez, )
    • débarrasser werkwoord (débarrasse, débarrasses, débarrassons, débarrassez, )
    • stocker werkwoord (stocke, stockes, stockons, stockez, )
    • liquider werkwoord (liquide, liquides, liquidons, liquidez, )
    • solder werkwoord (solde, soldes, soldons, soldez, )
  3. bergen (deponieren; speichern; bewahren; lagern; aufbewahren)
    stocker; entreposer; emmagasiner; placer; conserver
    • stocker werkwoord (stocke, stockes, stockons, stockez, )
    • entreposer werkwoord (entrepose, entreposes, entreposons, entreposez, )
    • emmagasiner werkwoord (emmagasine, emmagasines, emmagasinons, emmagasinez, )
    • placer werkwoord (place, places, plaçons, placez, )
    • conserver werkwoord (conserve, conserves, conservons, conservez, )
  4. bergen (legen; ablagern; deponieren; unterbringen)
    mettre; poser; placer; déposer; ranger; installer
    • mettre werkwoord (mets, met, mettons, mettez, )
    • poser werkwoord (pose, poses, posons, posez, )
    • placer werkwoord (place, places, plaçons, placez, )
    • déposer werkwoord (dépose, déposes, déposons, déposez, )
    • ranger werkwoord (range, ranges, rangeons, rangez, )
    • installer werkwoord (installe, installes, installons, installez, )
  5. bergen (lagern; hinlegen; deponieren; )
    mettre; préserver; poser qch; garder; déposer; placer; ranger; installer
    • mettre werkwoord (mets, met, mettons, mettez, )
    • préserver werkwoord (préserve, préserves, préservons, préservez, )
    • poser qch werkwoord
    • garder werkwoord (garde, gardes, gardons, gardez, )
    • déposer werkwoord (dépose, déposes, déposons, déposez, )
    • placer werkwoord (place, places, plaçons, placez, )
    • ranger werkwoord (range, ranges, rangeons, rangez, )
    • installer werkwoord (installe, installes, installons, installez, )

Conjugations for bergen:

Präsens
  1. berge
  2. birgst
  3. birgt
  4. bergen
  5. bergt
  6. bergen
Imperfekt
  1. barg
  2. bargst
  3. barg
  4. bargen
  5. bargt
  6. bargen
Perfekt
  1. habe geborgen
  2. hast geborgen
  3. hat geborgen
  4. haben geborgen
  5. habt geborgen
  6. haben geborgen
1. Konjunktiv [1]
  1. berge
  2. bergest
  3. berge
  4. bergen
  5. berget
  6. bergen
2. Konjunktiv
  1. bärge
  2. bärgest
  3. bärge
  4. bärgen
  5. bärget
  6. bärgen
Futur 1
  1. werde bergen
  2. wirst bergen
  3. wird bergen
  4. werden bergen
  5. werdet bergen
  6. werden bergen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde bergen
  2. würdest bergen
  3. würde bergen
  4. würden bergen
  5. würdet bergen
  6. würden bergen
Diverses
  1. berg!
  2. bergt!
  3. bergen Sie!
  4. geborgen
  5. bergend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor bergen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conserver aufbewahren; bergen; bewahren; deponieren; lagern; speichern abschirmen; achtgeben; ansammeln; aufbewahren; aufheben; aufpassen; aufsperren; aushalten; balsamieren; beaufsichtigen; behalten; behüten; beibehalten; beschützen; bewahren; einbüchsen; einkochen; einlegen; einmachen; einpferchen; einpökeln; einsalzen; einschließen; einsperren; erhalten; ernähren; festsetzen; finanziell unterstützen; gefangenhalten; haltbar machen; handhaben; hüten; im Gefängnis werfen; im Stand erhalten; instandhalten; konservieren; sammeln; unterhalten; versammeln; versorgen; wahren
débarrasser abdecken; abräumen; aufbewahren; aufheben; aufräumen; ausräumen; ausverkaufen; bergen; bewahren; lagern; speichern; weglegen; wegräumen abblenden; abdecken; abmontieren; abnehmen; abräumen; abschirmen; abziehen; anstellen; aufhellen; aufklären; aufräumen; aus dem Weg räumen; ausgießen; ausleeren; ausräumen; ausschenken; ausschütten; austrinken; ausverkaufen; befreien; beheben; benehmen; beseitigen; blenden; decken; egalisieren; einräumen; enteignen; entheben; entleeren; entnehmen; erleichtern; erlöschen; fallen; klarwerden; leer trinken; leeren; räumen; schaukeln; schwinden; sinken; verfallen; wegräumen
déposer ablagern; ablegen; aufbewahren; aufheben; bergen; bewahren; deponieren; hinlegen; lagern; legen; niederlegen; unterbringen ablagern; ablegen; abschicken; abstellen; abstreifen; anbringen; aufstellen; aus der Fassung bringen; aushändigen; ausliefern; austreiben; beisetzen; bestürzen; betten; brühen; darreichen; deponieren; einordnen; einräumen; einrücken; einsetzen; einstellen; einteilen; einweisen; entheben; entsetzen; etwas hinlegen; fügen; gruppieren; herstellen; herüberreichen; hinhalten; hinlegen; hinstellen; hinterlegen; hinüberreichen; installieren; kaitulieren; laichen; legen; plazieren; postieren; reichen; schalten; schlingen; senden; setzen; stationieren; stecken; stellen; stürzen; unteraus legen; unterbringen; vergeben; verlegen; verschicken; verwirren; wegbergen; übergeben
emmagasiner aufbewahren; bergen; bewahren; deponieren; lagern; speichern einkaufen
entreposer aufbewahren; bergen; bewahren; deponieren; lagern; speichern
garder ablegen; aufbewahren; aufheben; bergen; bewahren; deponieren; hinlegen; lagern; niederlegen ablegen; abschießen; abschirmen; abstellen; achtgeben; auf Streifegehen; auf die Seitelegen; aufbewahren; aufheben; aufpassen; aufsperren; beaufsichtigen; behalten; behüten; beibehalten; beiseite legen; beschützen; betten; bewachen; bewahren; einbüchsen; einkochen; einmachen; einpferchen; einschließen; einsperren; einstallen; einstellen; erhalten; festhalten; festsetzen; fortsetzen; freihalten; gefangenhalten; handhaben; hinlegen; hüten; im Gefängnis werfen; inspizieren; instandhalten; konservieren; nicht gehenlassen; offenhalten; patrouillieren; schützen; sichern; sicherstellen; unterstellen; vorbehalten; wahren; weglegen; zur Seite legen; zurückbehalten; zurückhalten; zurücklegen; zurückstellen; überwachen
installer ablagern; ablegen; aufbewahren; aufheben; bergen; bewahren; deponieren; hinlegen; lagern; legen; niederlegen; unterbringen ablegen; abstellen; anbinden; anbringen; anheften; anlegen; aufbauen; aufstellen; ausstatten; bauen; befestigen; beglaubigen; betten; brühen; einordnen; einrichten; einräumen; einrücken; einsegnen; einsetzen; einstellen; einteilen; einweisen; erbauen; errichten; festhaken; festheften; festlegen; festmachen; fügen; gruppieren; heften; hinlegen; hinstellen; inaugurieren; installieren; laichen; legen; möblieren; schalten; schlingen; setzen; stationieren; stecken; stellen; unteraus legen; unterbringen; vergeben; verlegen
liquider abdecken; abräumen; aufbewahren; aufheben; aufräumen; ausräumen; ausverkaufen; bergen; bewahren; lagern; speichern; weglegen; wegräumen abschaffen; annullieren; aufdecken; aufheben; auflösen; ausschalten; ausstreichen; ausverkaufen; ebnen; egalisieren; erledigen; ermorden; fertigmachen; ganz kaputt und auseinander holen; glätten; liquidieren; töten; umbringen; vernichten; widerrufen
mettre ablagern; ablegen; aufbewahren; aufheben; bergen; bewahren; deponieren; hinlegen; lagern; legen; niederlegen; unterbringen ablagern; ablegen; abstellen; abstreifen; anbinden; anbringen; anketten; ankleiden; anlegen; anrichten; anziehen; aufstellen; auftischen; auftragen; austreiben; bauen; bedienen; befestigen; beisetzen; betten; brühen; deponieren; dienen; dokumentieren; einordnen; einrichten; einräumen; einrücken; einsetzen; einstellen; einteilen; eintreten; einweisen; etwas hinlegen; festbinden; festhalten; festmachen; fügen; geben; gruppieren; heften; herbeiführen; herstellen; heucheln; hinlegen; hinstellen; installieren; kleiden; laichen; legen; plazieren; postieren; schalten; schlingen; servieren; setzen; sichanziehen; stationieren; stecken; stellen; umbinden; umtun; unteraus legen; unterbringen; verankern; vergeben; verlegen; vorbinden; vormachen; vornehmen; vortun; wegbergen; zumachen; zuziehen
mettre en sécurité bergen
mettre en sûreté bergen Schutz bieten; abschirmen; bewahren; erhalten; hegen; hinterziehen; hüten; kamouflieren; schützen; sichern; sicherstellen; tarnen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; wahren; zurückhalten
nettoyer abdecken; abräumen; aufbewahren; aufheben; aufräumen; ausräumen; ausverkaufen; bergen; bewahren; lagern; speichern; weglegen; wegräumen abblenden; abdecken; abhängen; abkoppeln; abmontieren; abnehmen; abräumen; abscheuern; abschirmen; abstauben; abtreiben; abtrennen; abwischen; abziehen; andrehen; anstellen; aufhellen; aufklären; aufknoten; auflösen; aufmachen; aufräumen; auftrennen; aufwischen; ausfädeln; aushecken; ausholen; ausmisten; ausräumen; ausverkaufen; beheben; benehmen; bereinigen; beseitigen; blenden; decken; egalisieren; einräumen; enteignen; entheben; entnehmen; entstauben; erleichtern; erlöschen; fallen; klarwerden; klären; lockern; loshaken; loskoppeln; loslösen; losmachen; losziehen; läutern; lösen; putzen; reinigen; reinmachen; sauber machen; sauberhalten; saubermachen; schaukeln; scheuern; schrubben; schwinden; sinken; säubern; treiben; verfallen; wegräumen
placer ablagern; ablegen; aufbewahren; aufheben; bergen; bewahren; deponieren; hinlegen; lagern; legen; niederlegen; speichern; unterbringen Kartoffeln anpflanzen; ablagern; ablegen; abstellen; abstreifen; anbringen; anlegen; anpflanzen; aufstellen; ausfindig machen; austreiben; beisetzen; bepflanzen; betten; brühen; deponieren; einordnen; einpflanzen; einräumen; einrücken; einsetzen; einstellen; einsäen; einteilen; einweisen; fügen; gruppieren; herstellen; hinlegen; hinstellen; installieren; investieren; investierenin; laichen; legen; lokalisieren; plazieren; postieren; schalten; schlingen; setzen; stationieren; stecken; stellen; unteraus legen; unterbringen; vergeben; verlegen; wegbergen
poser ablagern; ablegen; bergen; deponieren; legen; unterbringen ablagern; ablegen; abstellen; abstreifen; anbinden; anbringen; anheften; aufstellen; austreiben; befestigen; beglaubigen; beisetzen; benennen; betten; brühen; deponieren; einordnen; einräumen; einrücken; einsetzen; einstellen; einteilen; einweisen; ernennen; etwas hinlegen; festhaken; festheften; festmachen; fügen; gruppieren; heften; herstellen; hinlegen; hinstellen; installieren; laichen; legen; plazieren; postieren; schalten; schlingen; setzen; stationieren; stecken; stellen; unteraus legen; unterbringen; vergeben; verlegen; wegbergen
poser qch ablegen; aufbewahren; aufheben; bergen; bewahren; deponieren; hinlegen; lagern; niederlegen
préserver ablegen; aufbewahren; aufheben; bergen; bewahren; deponieren; hinlegen; lagern; niederlegen Schutz bieten; abdecken; abgrenzen; abschirmen; absperren; abzäunen; achtgeben; aufbewahren; aufheben; aufpassen; beaufsichtigen; begrenzen; behüten; beschützen; bewahren; einbüchsen; einkochen; einmachen; erhalten; haltbar machen; hegen; hüten; konservieren; schutzen; schützen; sichern; sicherstellen; umzäunen; wahren
ranger abdecken; ablagern; ablegen; abräumen; aufbewahren; aufheben; aufräumen; ausräumen; ausverkaufen; bergen; bewahren; deponieren; hinlegen; lagern; legen; niederlegen; speichern; unterbringen; weglegen; wegräumen ablegen; abschießen; abstellen; archivieren; aufheben; aufräumen; betten; einordnen; einstallen; einstellen; einteilen; fortsetzen; hinlegen; in den Stall bringen; inOrdnungbringen; ordnen; parken; scharen; stauen; unterstellen; versammeln; weglegen; wegräumen; zurücklegen; zusammenraffen; zusammenrücken; zusammenscharren
sauver bergen befreien; durchbringen; entbinden; entheben; entsetzen; erlösen; retten; von Belagerern befreien
solder abdecken; abräumen; aufbewahren; aufheben; aufräumen; ausräumen; ausverkaufen; bergen; bewahren; lagern; speichern; weglegen; wegräumen abrechnen; ausgleichen; ausstreichen; ausverkaufen; befriedigen; ebnen; egalisieren; glätten; herabsetzen; nachzahlen; niedriger machen; reduzieren; senken; tilgen; verrechnen; zahlen
stocker abdecken; abräumen; aufbewahren; aufheben; aufräumen; ausräumen; ausverkaufen; bergen; bewahren; deponieren; lagern; speichern; weglegen; wegräumen auf die Seite legen; beiseite legen; hamstern; horten; zurücklegen

Synoniemen voor "bergen":


Wiktionary: bergen

bergen bergen
verb
  1. mettre (une personne ou une chose) en un lieu où on ne peut pas la voir, la découvrir.
  2. maintenir en bon état, apporter le soin nécessaire pour empêcher qu’une chose ne se gâter, ne dépérir.
  3. Déplacer vers le haut.
  4. tenir ferme et fixe.
  5. tirer une chose de la place où elle est. Se dit aussi en parlant des personnes et des animaux.

Cross Translation:
FromToVia
bergen sauver salvage — To rescue