Frans

Uitgebreide vertaling voor assistance (Frans) in het Nederlands

assistance:

assistance [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'assistance (service)
    de ondersteuning; de bijstand
  2. l'assistance (aide; collaboration; support; )
    de medewerking; de assistentie
  3. l'assistance (escorte; accompagnement; surveillance; supervision)
    de begeleiding; het escorte; vergezellen
  4. l'assistance (aide)
    de dienstverlening; de assistentie
  5. l'assistance (aide)
    het dienstbetoon; het hulpbetoon
  6. l'assistance (secours; aide; soutien; )
    de hulpverlening; de hulp; de bijstand; de assistentie; het hulpbetoon; de handreiking
  7. l'assistance (service d'entretien; secours; soutien; aide)
    de onderhoudsdienst; de service
  8. l'assistance
    de aanwezigen
  9. l'assistance
    hulpverlenen
  10. l'assistance (soins)
    de verzorging; de zorg
    • verzorging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zorg [de ~] zelfstandig naamwoord
  11. l'assistance (assistance sociale; secours; aide)
    maatschappelijk werk; de hulpverlening
  12. l'assistance (accordement de service; service)
    de serviceverlening

assistance [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'assistance (participation)
    de opkomst; aantal gekomen personen

Vertaal Matrix voor assistance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aantal gekomen personen assistance; participation
aanwezigen assistance
assistentie aide; aide familiale; aide sociale; appui; assistance; collaboration; coup de main; secours; soutien; support service d'aide
begeleiding accompagnement; assistance; escorte; supervision; surveillance
bijstand aide; aide familiale; aide sociale; assistance; coup de main; secours; service; soutien Assistance Sociale; Assistance sociale; aide; aide familiale; aide sociale; allocation de l'Aide sociale; appui; secours; soutien; support
dienstbetoon aide; assistance
dienstverlening aide; assistance
escorte accompagnement; assistance; escorte; supervision; surveillance convoi
handreiking aide; aide familiale; aide sociale; assistance; coup de main; secours; soutien
hulp aide; aide familiale; aide sociale; assistance; coup de main; secours; soutien Assistance sociale; aide; aide domestique; appui; assistant; clerc; commis; domestique; femme de ménage; homme de ménage; infirmier; membre du personnel; secondant; secours; serviteur; soutien; support; valet
hulpbetoon aide; aide familiale; aide sociale; assistance; coup de main; secours; soutien
hulpverlenen assistance
hulpverlening aide; aide familiale; aide sociale; assistance; assistance sociale; coup de main; secours; soutien
maatschappelijk werk aide; assistance; assistance sociale; secours
medewerking aide; appui; assistance; collaboration; secours; soutien; support collaboration; concours; coopération; participation
onderhoudsdienst aide; assistance; secours; service d'entretien; soutien
ondersteuning assistance; service Assistance sociale; aide; appui; point d'appui; prise; secours; soutien; support
opkomst assistance; participation
service aide; assistance; secours; service d'entretien; soutien service; service après-vente
serviceverlening accordement de service; assistance; service
vergezellen accompagnement; assistance; escorte; supervision; surveillance
verzorging assistance; soins conservation; entretien; hospitalisation; maintien; soins médicaux
zorg assistance; soins chagrin; contrôle; garde; gestion; hospitalisation; inquiétude; malheur; peine; préoccupation; soins médicaux; souci; soucis; souffrance; supervision; surveillance; tourment; tristesse
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vergezellen accompagner; chaperonner; conduire; escorter; mener

Synoniemen voor "assistance":


Wiktionary: assistance

assistance
noun
  1. présence. — note Il est surtout usité en parlant de la présence d’un officier public ou d’un ecclésiastique dans quelqu’une des fonctions de leur ministère.
assistance
noun
  1. het verlenen van hulp

Cross Translation:
FromToVia
assistance assistentie; hulp assistance — Aid; help; the act or result of assisting
assistance publiek audience — group of people seeing a performance

Verwante vertalingen van assistance