Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. aangevoegd:
  2. aanvoegen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aangevoegd (Nederlands) in het Duits

aangevoegd:

aangevoegd bijvoeglijk naamwoord

  1. aangevoegd (aaneengehecht; verbonden; gekoppeld)
    angeheftet

Vertaal Matrix voor aangevoegd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angeheftet aaneengehecht; aangevoegd; gekoppeld; verbonden aangehecht; vastgehecht

aanvoegen:

aanvoegen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aanvoegen
    anfügen
    • anfügen [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aanvoegen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anfügen aanvoegen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anfügen aan mengsel toevoegen; bijdoen; bijmengen; bijrekenen; bijsluiten; bijtellen; bijvoegen; erbij tellen; erbij voegen; insluiten; optellen; toevoegen