Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. aanheffen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanheffen (Nederlands) in het Duits

aanheffen:

aanheffen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aanheffen (inzetten)
    Anfangen; Einsetzen; Anheben; Angehen; Anstimmen

Vertaal Matrix voor aanheffen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anfangen aanheffen; inzetten aanbreken van de dag; aanvang; aanvangen; begin; beginnen; effectief worden; ingaan; inzet; opening; openingsplechtigheid; start; van kracht worden
Angehen aanheffen; inzetten
Anheben aanheffen; inzetten
Anstimmen aanheffen; inzetten openingsplechtigheid; start
Einsetzen aanheffen; inzetten

Verwante vertalingen van aanheffen