Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bijzaak (Nederlands) in het Duits

bijzaak:

bijzaak [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de bijzaak
    die Nebensache

Vertaal Matrix voor bijzaak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Nebensache bijzaak akkefietje; bagatel; kleinigheid

Verwante woorden van "bijzaak":

  • bijzaken

Wiktionary: bijzaak


Cross Translation:
FromToVia
bijzaak Anhang; Beigabe; Zugabe; Dazugehöriges; Anhängsel; Appendix; Beilage; Supplement; Zusatz; Zuschlag; Zuschuß; Hinzufügung; Beifügung appendice — Ce qui semble appendre, ajouter à une autre chose. On trouve plus rarement son synonyme : appendage.