Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bouwval:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bouwval (Nederlands) in het Duits

bouwval:

bouwval [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bouwval (ruïne)
    die Ruine; Trümmer; der Baufall; der Trümmerhaufen

Vertaal Matrix voor bouwval:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Baufall bouwval; ruïne
Ruine bouwval; ruïne bouwvallen; ruïne; ruïnes; vervallen gebouw
Trümmer bouwval; ruïne afval; rotzooi; vuilnis; wrakstukken
Trümmerhaufen bouwval; ruïne bende; berg puin; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; ruïne; troep; vervallen gebouw; zooi; zootje

Verwante woorden van "bouwval":


Wiktionary: bouwval


Cross Translation:
FromToVia
bouwval Ruine; Trümmer ruinedépérissement, destruction d’un bâtiment.