Nederlands

Uitgebreide vertaling voor excessen (Nederlands) in het Duits

exces:

exces [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het exces (overvloed; buitensporigheid; overdaad)
    der Überfluß; Übermaß; der Auswuchs; der Überschuß; Zuviel
  2. het exces (buitensporigheid; uitspatting; uitwas; buitenissigheid)
    der Auswuchs; die Ausschweifung; die Ausschreitung; die Übermäßigkeit
  3. het exces (surplus; teveel; overschot; agio; rest)
    der Rest; die Reste; der Überschuß; Zuviel; der Restbestand; der Überrest; Surplus
    • Rest [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Reste [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Überschuß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Zuviel [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Restbestand [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Überrest [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Surplus [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor exces:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ausschreitung buitenissigheid; buitensporigheid; exces; uitspatting; uitwas delict; ongeregeldheid; overtreding; vergrijp
Ausschweifung buitenissigheid; buitensporigheid; exces; uitspatting; uitwas
Auswuchs buitenissigheid; buitensporigheid; exces; overdaad; overvloed; uitspatting; uitwas overdaad; overmaat; surplus; teveel
Rest agio; exces; overschot; rest; surplus; teveel afzetsel; bezinksel; bon; coupon; depot; droesem; grondsop; hachee; het overgeblevene; laatste rest; lap; overblijfsel; overschot; prak; residu; rest; restant; sediment; staartje; stuk stof; zetsel
Restbestand agio; exces; overschot; rest; surplus; teveel afzetsel; bezinksel; bon; coupon; depot; droesem; grondsop; het overgeblevene; laatste rest; lap; overblijfsel; overschot; residu; rest; restant; sediment; stuk stof; zetsel
Reste agio; exces; overschot; rest; surplus; teveel
Surplus agio; exces; overschot; rest; surplus; teveel bon; coupon
Zuviel agio; buitensporigheid; exces; overdaad; overschot; overvloed; rest; surplus; teveel overdaad; overmaat; surplus; teveel
Überfluß buitensporigheid; exces; overdaad; overvloed luxe; overdaad; overmaat; overvloed; pracht; surplus; teveel; weelde; weelderigheid
Übermaß buitensporigheid; exces; overdaad; overvloed overdaad; overmaat; rijkelijke maat; surplus; teveel
Übermäßigkeit buitenissigheid; buitensporigheid; exces; uitspatting; uitwas
Überrest agio; exces; overschot; rest; surplus; teveel bon; coupon; het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant
Überschuß agio; buitensporigheid; exces; overdaad; overschot; overvloed; rest; surplus; teveel overdaad; overmaat; rijkelijke maat; saldo; surplus; teveel

Verwante woorden van "exces":

  • excessen

Wiktionary: exces