Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geraaktheid (Nederlands) in het Duits

geraaktheid:


geraakt:

geraakt bijvoeglijk naamwoord

  1. geraakt (getoucheerd)
    verletzt; angeschlagen
  2. geraakt (kapot van; getroffen; geëmotioneerd; )
    gerührt; betroffen; ergriffen; bewegt

Vertaal Matrix voor geraakt:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angeschlagen geraakt; getoucheerd aan flarden; aangeslagen; beschadigd; gebarsten; gehavend; geschonden; gewond; kapot; stuk
betroffen aangedaan; aangegrepen; aangeslagen; geraakt; geroerd; getroffen; geëmotioneerd; kapot van emotioneel; geschokt; getroffen; gevoelig; onthutst; ontredderd; ontsteld; ontzet; paf; perplex; van streek
bewegt aangedaan; aangegrepen; aangeslagen; geraakt; geroerd; getroffen; geëmotioneerd; kapot van aangedaan; bewogen; emotioneel; gepassioneerd; geroerd; gevoelig; gevoelvol; geëmotioneerd; heftig; onbeheerst; onrustig; onstuimig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig
ergriffen aangedaan; aangegrepen; aangeslagen; geraakt; geroerd; getroffen; geëmotioneerd; kapot van aandoenlijk; aangedaan; bewogen; emotioneel; geroerd; gevoelig; ontroerd
gerührt aangedaan; aangegrepen; aangeslagen; geraakt; geroerd; getroffen; geëmotioneerd; kapot van bewogen; emotioneel; gepassioneerd; gevoelig; gevoelvol; geëmotioneerd; ontroerd
verletzt geraakt; getoucheerd aangeschoten; gegriefd; gekwetst; getroffen; gewond

Verwante woorden van "geraakt":