Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. gespeend zijn:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gespeend zijn (Nederlands) in het Duits

gespeend zijn:

gespeend zijn werkwoord (ben gespeend, bent gespeend, is gespeend, was gespeend, waren gespeend, gespeend geweest)

  1. gespeend zijn (verstoken zijn)
    entbehren
    • entbehren werkwoord (entbehre, entbehrst, entbehrt, entbehrte, entbehrtet, entbehrt)

Conjugations for gespeend zijn:

o.t.t.
  1. ben gespeend
  2. bent gespeend
  3. is gespeend
  4. zijn gespeend
  5. zijn gespeend
  6. zijn gespeend
o.v.t.
  1. was gespeend
  2. was gespeend
  3. was gespeend
  4. waren gespeend
  5. waren gespeend
  6. waren gespeend
v.t.t.
  1. ben gespeend geweest
  2. bent gespeend geweest
  3. is gespeend geweest
  4. zijn gespeend geweest
  5. zijn gespeend geweest
  6. zijn gespeend geweest
v.v.t.
  1. was gespeend geweest
  2. was gespeend geweest
  3. was gespeend geweest
  4. waren gespeend geweest
  5. waren gespeend geweest
  6. waren gespeend geweest
o.t.t.t.
  1. zal gespeend zijn
  2. zult gespeend zijn
  3. zal gespeend zijn
  4. zullen gespeend zijn
  5. zullen gespeend zijn
  6. zullen gespeend zijn
o.v.t.t.
  1. zou gespeend zijn
  2. zou gespeend zijn
  3. zou gespeend zijn
  4. zouden gespeend zijn
  5. zouden gespeend zijn
  6. zouden gespeend zijn
diversen
  1. ben gespeend!
  2. bent gespeend!
  3. gespeend geweest
  4. gespeend zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor gespeend zijn:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entbehren gespeend zijn; verstoken zijn gebrek hebben; ontberen

Verwante vertalingen van gespeend zijn