Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gespeend zijn:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gespeend zijn (Nederlands) in het Zweeds

gespeend zijn:

gespeend zijn werkwoord (ben gespeend, bent gespeend, is gespeend, was gespeend, waren gespeend, gespeend geweest)

  1. gespeend zijn (verstoken zijn)
    sakna; brista
    • sakna werkwoord (saknar, saknade, saknat)
    • brista werkwoord (brister, brast, brustit)

Conjugations for gespeend zijn:

o.t.t.
  1. ben gespeend
  2. bent gespeend
  3. is gespeend
  4. zijn gespeend
  5. zijn gespeend
  6. zijn gespeend
o.v.t.
  1. was gespeend
  2. was gespeend
  3. was gespeend
  4. waren gespeend
  5. waren gespeend
  6. waren gespeend
v.t.t.
  1. ben gespeend geweest
  2. bent gespeend geweest
  3. is gespeend geweest
  4. zijn gespeend geweest
  5. zijn gespeend geweest
  6. zijn gespeend geweest
v.v.t.
  1. was gespeend geweest
  2. was gespeend geweest
  3. was gespeend geweest
  4. waren gespeend geweest
  5. waren gespeend geweest
  6. waren gespeend geweest
o.t.t.t.
  1. zal gespeend zijn
  2. zult gespeend zijn
  3. zal gespeend zijn
  4. zullen gespeend zijn
  5. zullen gespeend zijn
  6. zullen gespeend zijn
o.v.t.t.
  1. zou gespeend zijn
  2. zou gespeend zijn
  3. zou gespeend zijn
  4. zouden gespeend zijn
  5. zouden gespeend zijn
  6. zouden gespeend zijn
diversen
  1. ben gespeend!
  2. bent gespeend!
  3. gespeend geweest
  4. gespeend zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor gespeend zijn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brista knak; knik
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brista gespeend zijn; verstoken zijn klieven; kloven; knakken; openhakken; splijten; splitsen; uiteensplijten
sakna gespeend zijn; verstoken zijn ontberen

Verwante vertalingen van gespeend zijn