Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kosten maken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kosten maken (Nederlands) in het Duits

kosten maken:

kosten maken werkwoord (maak kosten, maakt kosten, maakte kosten, maakten kosten, kosten gemaakt)

  1. kosten maken
    aufwenden
    • aufwenden werkwoord (wende auf, wendest auf, wendet auf, wendete auf, wendetet auf, aufgewendet)

Conjugations for kosten maken:

o.t.t.
  1. maak kosten
  2. maakt kosten
  3. maakt kosten
  4. maken kosten
  5. maken kosten
  6. maken kosten
o.v.t.
  1. maakte kosten
  2. maakte kosten
  3. maakte kosten
  4. maakten kosten
  5. maakten kosten
  6. maakten kosten
v.t.t.
  1. heb kosten gemaakt
  2. hebt kosten gemaakt
  3. heeft kosten gemaakt
  4. hebben kosten gemaakt
  5. hebben kosten gemaakt
  6. hebben kosten gemaakt
v.v.t.
  1. had kosten gemaakt
  2. had kosten gemaakt
  3. had kosten gemaakt
  4. hadden kosten gemaakt
  5. hadden kosten gemaakt
  6. hadden kosten gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal kosten maken
  2. zult kosten maken
  3. zal kosten maken
  4. zullen kosten maken
  5. zullen kosten maken
  6. zullen kosten maken
o.v.t.t.
  1. zou kosten maken
  2. zou kosten maken
  3. zou kosten maken
  4. zouden kosten maken
  5. zouden kosten maken
  6. zouden kosten maken
diversen
  1. maak kosten!
  2. maakt kosten!
  3. kosten gemaakt
  4. kosten makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kosten maken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aufwenden kosten maken besteden; consumeren; gebruiken; spenderen; uitgeven; verbruiken

Verwante vertalingen van kosten maken