Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor makers (Nederlands) in het Duits

makers:

makers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de makers
    die Macher; die Schöpfer
    • Macher [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schöpfer [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor makers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Macher makers bedrijver
Schöpfer makers God; Here; auteur; creator; lepel; maker; opscheplepel; opscheplepels; schepper; scheppers; voortbrenger

Verwante woorden van "makers":


makers vorm van maker:

maker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de maker (auteur; schepper; voortbrenger)
    der Autor; der Hersteller; der Schöpfer; der Urheber; der Entwerfer; der Erzeuger; der Gestalter; der Erbauer
  2. de maker (schepper; creator)
    der Autor; der Entwerfer; der Gestalter; der Erbauer; der Gott; der Schöpfer; der Komponist
    • Autor [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Entwerfer [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gestalter [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Erbauer [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gott [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schöpfer [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Komponist [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. de maker (uitvinder; ontwerper)
    der Erfinder
    • Erfinder [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor maker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Autor auteur; creator; maker; schepper; voortbrenger auteur; auteurs; dichter; schrijver; schrijvers
Entwerfer auteur; creator; maker; schepper; voortbrenger artdirector; designer; ontwerper
Erbauer auteur; creator; maker; schepper; voortbrenger
Erfinder maker; ontwerper; uitvinder bedenker; verzinner
Erzeuger auteur; maker; schepper; voortbrenger fabrikant; generator; kweker; ontwikkelaar; producent; producer; teler; vervaardiger; verwekker
Gestalter auteur; creator; maker; schepper; voortbrenger
Gott creator; maker; schepper Almachtige; God; Schepper; afgodsbeeld; god; heer; opperwezen
Hersteller auteur; maker; schepper; voortbrenger fabrikant; producent; producer; samensteller; vervaardiger
Komponist creator; maker; schepper componist; toondichter; toonkunstenaar
Schöpfer auteur; creator; maker; schepper; voortbrenger God; Here; lepel; makers; opscheplepel; opscheplepels; schepper; scheppers
Urheber auteur; maker; schepper; voortbrenger aanstichter; grondlegger; grondvester; oprichter; oprichtster; stamvader; stichter

Verwante woorden van "maker":


Wiktionary: maker


Cross Translation:
FromToVia
maker Schöpferin; Schöpfer creator — one who creates
maker Hersteller; Macher; Fabrikant maker — one who makes