Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. meesterschap:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor meesterschap (Nederlands) in het Duits

meesterschap:

meesterschap [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het meesterschap
    der Meisterschaft; die Beherrschung; die Herrschaft

Vertaal Matrix voor meesterschap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Beherrschung meesterschap bedwang; beheersing; gereserveerdheid; mate van bekwaamheid; terughoudendheid
Herrschaft meesterschap autoriteit; gezag; heerschappij; individu; macht; mens; overheidsinstelling; overheidslichaam; persoon; sterveling; wezen
Meisterschaft meesterschap kampioenschap