Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. minvermogendheid:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor minvermogendheid (Nederlands) in het Duits

minvermogendheid:

minvermogendheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. minvermogendheid (behoeftigheid; armelijkheid)
    die Bedürftigkeit

Vertaal Matrix voor minvermogendheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bedürftigkeit armelijkheid; behoeftigheid; minvermogendheid behoeftigheid; gebrek; haveloosheid; hulpbehoevendheid; krapte; nood; noodwendigheid; schaarsheid; schaarste; sjofelheid; tekort

Computer vertaling door derden: