Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. minvermogendheid:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor minvermogendheid (Nederlands) in het Spaans

minvermogendheid:

minvermogendheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. minvermogendheid (behoeftigheid; armelijkheid)
    la pobreza
    • pobreza [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor minvermogendheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pobreza armelijkheid; behoeftigheid; minvermogendheid armoede; armoedigheid; armzaligheid; ellende; gebrek; haveloosheid; karigheid; krapte; noodlijdendheid; poverheid; schaarsheid; schaarste; schamelheid; schraalheid; sjofelheid; tekort

Computer vertaling door derden: