Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. ondernemend:
  2. ondernemen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ondernemend (Nederlands) in het Duits

ondernemend:

ondernemend bijvoeglijk naamwoord

  1. ondernemend
    unternehmend; unternehmungslustig

Vertaal Matrix voor ondernemend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
unternehmend ondernemend
unternehmungslustig ondernemend

Verwante woorden van "ondernemend":

  • ondernemendst, ondernemendste

Wiktionary: ondernemend


Cross Translation:
FromToVia
ondernemend abenteuerlustig adventurous — inclined to adventure

ondernemen:

ondernemen werkwoord (onderneem, onderneemt, ondernam, ondernamen, ondernomen)

  1. ondernemen (aangaan)
    anfangen; starten; beginnen
    • anfangen werkwoord (fange an, fängst an, fängt an, fing an, fingt an, angefangen)
    • starten werkwoord (starte, startest, startet, startete, startetet, gestart)
    • beginnen werkwoord (beginne, beginnst, beginnt, begann, begannt, begonnen)

Conjugations for ondernemen:

o.t.t.
  1. onderneem
  2. onderneemt
  3. onderneemt
  4. ondernemen
  5. ondernemen
  6. ondernemen
o.v.t.
  1. ondernam
  2. ondernam
  3. ondernam
  4. ondernamen
  5. ondernamen
  6. ondernamen
v.t.t.
  1. heb ondernomen
  2. hebt ondernomen
  3. heeft ondernomen
  4. hebben ondernomen
  5. hebben ondernomen
  6. hebben ondernomen
v.v.t.
  1. had ondernomen
  2. had ondernomen
  3. had ondernomen
  4. hadden ondernomen
  5. hadden ondernomen
  6. hadden ondernomen
o.t.t.t.
  1. zal ondernemen
  2. zult ondernemen
  3. zal ondernemen
  4. zullen ondernemen
  5. zullen ondernemen
  6. zullen ondernemen
o.v.t.t.
  1. zou ondernemen
  2. zou ondernemen
  3. zou ondernemen
  4. zouden ondernemen
  5. zouden ondernemen
  6. zouden ondernemen
diversen
  1. onderneem!
  2. onderneemt!
  3. ondernomen
  4. ondernemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ondernemen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anfangen aangaan; ondernemen aanbinden; aanbreken; aanknopen; aanvangen; beginnen; een begin nemen; intreden; introduceren; inzetten; kennis laten maken; mobiliseren; op gang komen; starten; van start gaan; voorstellen
beginnen aangaan; ondernemen aanbinden; aanknopen; aannemen; aanvaarden; aanvangen; accepteren; beginnen; in ontvangst nemen; intreden; introduceren; inzetten; kennis laten maken; ontvangen; op gang komen; starten; van start gaan; voorstellen
starten aangaan; ondernemen aanbinden; aanknopen; aannemen; aanvaarden; aanvangen; accepteren; afstemmen; beginnen; bouwen; construeren; in ontvangst nemen; instellen; intreden; inzetten; omhoogkomen; ontvangen; op gang komen; opstarten; opstijgen; opvliegen; starten; van start gaan

Wiktionary: ondernemen

ondernemen
verb
  1. een bedrijf of actie in werking stellen

Cross Translation:
FromToVia
ondernemen unternehmen; ausführen undertake — to start an enterprise
ondernemen unternehmen; veranstalten; übernehmen; in Angriff nehmen; beginnen; anfangen entreprendreprendre la résolution de faire quelque chose, une action, un ouvrage, et commencer à le mettre à exécution.