Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- onschuldig:
-
Wiktionary:
- onschuldig → unschuldig
- onschuldig → harmlos, konform, unverfänglich, gewöhnlich
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor onschuldig (Nederlands) in het Duits
onschuldig:
-
onschuldig (schuldloos; schuldeloos)
unschuldig; harmlos; arglos; gutartig; schuldlos-
unschuldig bijvoeglijk naamwoord
-
harmlos bijvoeglijk naamwoord
-
arglos bijvoeglijk naamwoord
-
gutartig bijvoeglijk naamwoord
-
schuldlos bijvoeglijk naamwoord
-
-
onschuldig (rein; onbevlekt; vlekkeloos)
unschuldig; rein; einwandfrei; fleckenlos; sauber; frisch; makellos; fehlerfrei; keusch; schneeweiß; unbefleckt; blütenweiß-
unschuldig bijvoeglijk naamwoord
-
rein bijvoeglijk naamwoord
-
einwandfrei bijvoeglijk naamwoord
-
fleckenlos bijvoeglijk naamwoord
-
sauber bijvoeglijk naamwoord
-
frisch bijvoeglijk naamwoord
-
makellos bijvoeglijk naamwoord
-
fehlerfrei bijvoeglijk naamwoord
-
keusch bijvoeglijk naamwoord
-
schneeweiß bijvoeglijk naamwoord
-
unbefleckt bijvoeglijk naamwoord
-
blütenweiß bijvoeglijk naamwoord
-
-
onschuldig (ongevaarlijk; onschadelijk; gevaarloos)
-
onschuldig (maagdelijk; puur; zuiver; onbevlekt; rein; kuis)
Vertaal Matrix voor onschuldig:
Verwante woorden van "onschuldig":
Wiktionary: onschuldig
onschuldig
Cross Translation:
adjective
-
niet schuldig
- onschuldig → unschuldig
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• onschuldig | → harmlos | ↔ innocuous — harmless |
• onschuldig | → konform; unverfänglich; gewöhnlich | ↔ innocuous — inoffensive |
Computer vertaling door derden: