Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. opveren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opveren (Nederlands) in het Duits

opveren:

opveren werkwoord (veer op, veert op, veerde op, veerden op, opgeveerd)

  1. opveren (veren)
    federn
    • federn werkwoord (federe, federst, federt, federte, federtet, gefedert)
  2. opveren
    aufschnellen; hochschnellen
    • aufschnellen werkwoord (schnelle auf, schnellst auf, schnellt auf, schnellte auf, schnelltet auf, aufgeschnellt)
    • hochschnellen werkwoord (schnelle hoch, schnellst hoch, schnellt hoch, schnellte hoch, schnelltet hoch, hochgeschnellt)

Conjugations for opveren:

o.t.t.
  1. veer op
  2. veert op
  3. veert op
  4. veren op
  5. veren op
  6. veren op
o.v.t.
  1. veerde op
  2. veerde op
  3. veerde op
  4. veerden op
  5. veerden op
  6. veerden op
v.t.t.
  1. ben opgeveerd
  2. bent opgeveerd
  3. is opgeveerd
  4. zijn opgeveerd
  5. zijn opgeveerd
  6. zijn opgeveerd
v.v.t.
  1. was opgeveerd
  2. was opgeveerd
  3. was opgeveerd
  4. waren opgeveerd
  5. waren opgeveerd
  6. waren opgeveerd
o.t.t.t.
  1. zal opveren
  2. zult opveren
  3. zal opveren
  4. zullen opveren
  5. zullen opveren
  6. zullen opveren
o.v.t.t.
  1. zou opveren
  2. zou opveren
  3. zou opveren
  4. zouden opveren
  5. zouden opveren
  6. zouden opveren
diversen
  1. veer op!
  2. veert op!
  3. opgeveerd
  4. opverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opveren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aufschnellen opveren
federn opveren; veren zwiepen
hochschnellen opveren omhoogrennen; omhoogschieten; omhoogsnellen