Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. struma:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor struma (Nederlands) in het Duits

struma:

struma [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de struma (kropgezwel; krop)
    der Kropf
    • Kropf [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor struma:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kropf krop; kropgezwel; struma

Wiktionary: struma

struma
noun
  1. krop