Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. struma:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor struma in het Nederlands

struma:

struma [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de struma
    de struma; het kropgezwel; de krop
    • struma [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kropgezwel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • krop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord