Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. verbetenheid:
  2. verbeten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verbetenheid (Nederlands) in het Duits

verbetenheid:

verbetenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de verbetenheid
    die Verbissenheit

Vertaal Matrix voor verbetenheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Verbissenheit verbetenheid

Verwante woorden van "verbetenheid":


verbeten:

verbeten bijvoeglijk naamwoord

  1. verbeten (haatdragend)
    verhalten; haßerfüllt; feindselig; verbissen
  2. verbeten
    verbissen; verkniffen
  3. verbeten (grimmig)
    grimmig
  4. verbeten (onderdrukt; opgekropt; verkropt)
    verbittert; haßerfüllt

Vertaal Matrix voor verbeten:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feindselig haatdragend; verbeten hatelijk; stekelig; vijandelijk; vijandig
grimmig grimmig; verbeten bitter teleurgesteld; boos; brommerig; felle; furieus; gebelgd; gebeten; giftig; heftig; kwaad; misnoegd; mopperig; naargeestig; nijdig; onbeheerst; ondragelijk; onstuimig; ontevreden; onverdraagbaar; razend; somber; spinnijdig; toornig; triest; troosteloos; verbitterd; verbolgen; vertoornd; woest; ziedend; zwaarmoedig
haßerfüllt haatdragend; onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt afgunstig; gebelgd; gekwetst; jaloers; misnoegd; nijdig; verontwaardigd; verstoord
verbissen haatdragend; verbeten boos; furieus; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; razend; spinnijdig; toornig; verbolgen; vertoornd; woest; ziedend
verbittert onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt bitter teleurgesteld; verbitterd
verhalten haatdragend; verbeten
verkniffen verbeten

Verwante woorden van "verbeten":


Wiktionary: verbeten


Cross Translation:
FromToVia
verbeten eigensinnig; halsstarrig; hartnäckig; starrköpfig; trotzig obstiné — Qui s’obstiner ; qui entêter ou acharner.