Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verraden (Nederlands) in het Duits
verraden:
-
verraden (uitbrengen; verklikken; verklappen; aangeven; verlinken; aanbrengen)
-
verraden (verklikken; verklappen; klikken; verlinken)
mitteilen; verraten; verpfeifen; angeben; anzeigen; petzen; denunzieren; stecken; zubringen; weitererzählen; austragen; zutragen; ausposaunen; herumerzählen-
verraten werkwoord
-
weitererzählen werkwoord (erzähle weiter, erzählst weiter, erzählt weiter, erzählte weiter, erzähltet weiter, weitererzählt)
-
ausposaunen werkwoord (posaune aus, posaunst aus, posaunt aus, posaunte aus, posauntet aus, ausposaunt)
-
verraden (verklappen; doorslaan)
verraten; ausplaudern; ausschwatzen; ausplappern-
verraten werkwoord
-
ausplaudern werkwoord (plaudere aus, plauderst aus, plaudert aus, plauderte aus, plaudertet aus, ausgeplaudert)
-
ausschwatzen werkwoord
-
ausplappern werkwoord
-
Conjugations for verraden:
o.t.t.
- verraad
- verraadt
- verraadt
- verraden
- verraden
- verraden
o.v.t.
- verried
- verried
- verried
- verrieden
- verrieden
- verrieden
v.t.t.
- heb verraden
- hebt verraden
- heeft verraden
- hebben verraden
- hebben verraden
- hebben verraden
v.v.t.
- had verraden
- had verraden
- had verraden
- hadden verraden
- hadden verraden
- hadden verraden
o.t.t.t.
- zal verraden
- zult verraden
- zal verraden
- zullen verraden
- zullen verraden
- zullen verraden
o.v.t.t.
- zou verraden
- zou verraden
- zou verraden
- zouden verraden
- zouden verraden
- zouden verraden
diversen
- verraad!
- verraadt!
- verraden
- verradend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verraden:
Computer vertaling door derden: