Nederlands

Uitgebreide vertaling voor viezeriken (Nederlands) in het Duits

viezeriken:

viezeriken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de viezeriken (varkens; smeerlappen; zwijnen; schoften)
    Schweine; die Säue; der Schurken; der Schufte; der Schelme; der Schweinigel
    • Schweine [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Säue [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schurken [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schufte [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schelme [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schweinigel [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor viezeriken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schelme schoften; smeerlappen; varkens; viezeriken; zwijnen boefjes; deugnieten; gladakkers; guiten; schavuiten
Schufte schoften; smeerlappen; varkens; viezeriken; zwijnen achterbakse personen; boeven; gemeneriken; horken; hufters; onbetrouwbare kerels; ploerten; rabauwen; rotzakken; schoeljes; schurken; slechteriken; smeerlappen; smiechten
Schurken schoften; smeerlappen; varkens; viezeriken; zwijnen achterbakse personen; boefjes; boeven; deugnieten; gladakkers; guiten; onbetrouwbare kerels; rabauwen; rotzakken; schavuiten; schoeljes; schurken; smeerlappen; smiechten
Schweine schoften; smeerlappen; varkens; viezeriken; zwijnen achterbakse personen; onbetrouwbare kerels; ploerten; rotzakken; schoeljes; smeerlappen; smiechten; viezerikken
Schweinigel schoften; smeerlappen; varkens; viezeriken; zwijnen fielt; mispunt; naarling; rotzak; schoft; smeerlap; smiecht; stinkerd; viezerik; zwijn
Säue schoften; smeerlappen; varkens; viezeriken; zwijnen viezerikken; zeug; zeugen

Verwante woorden van "viezeriken":


viezerik:

viezerik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de viezerik (smeerlap; zwijn)
    die Schmutzfink; der Dreckschwein; der Schweinigel; die Sau; der Dreckspatz; der Schmierfink; die Drecksau

Vertaal Matrix voor viezerik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Drecksau smeerlap; viezerik; zwijn
Dreckschwein smeerlap; viezerik; zwijn
Dreckspatz smeerlap; viezerik; zwijn
Sau smeerlap; viezerik; zwijn big; jong varken; varken; vuilbek; zeug; zeugen; zwijn
Schmierfink smeerlap; viezerik; zwijn deugniet; fielt; guit; knoeipot; mispunt; morser; naarling; rakker; rotzak; schoft; schooier; sloeber; smeerlap; smiecht; snaak; stinkerd
Schmutzfink smeerlap; viezerik; zwijn deugniet; fielt; guit; mispunt; morspot; naarling; rakker; rotzak; schoft; schooier; sloeber; smeerlap; smiecht; snaak; stinkerd; viespoes
Schweinigel smeerlap; viezerik; zwijn fielt; mispunt; naarling; rotzak; schoft; schoften; smeerlap; smeerlappen; smiecht; stinkerd; varkens; viezeriken; zwijnen

Verwante woorden van "viezerik":