Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vol (Nederlands) in het Duits
vol:
-
vol (gevuld)
gefüllt; voll; vollgestopft-
gefüllt bijvoeglijk naamwoord
-
voll bijvoeglijk naamwoord
-
vollgestopft bijvoeglijk naamwoord
-
-
vol (volgegeten; verzadigd)
voll; gesättigt; satt; befriedigt-
voll bijvoeglijk naamwoord
-
gesättigt bijvoeglijk naamwoord
-
satt bijvoeglijk naamwoord
-
befriedigt bijvoeglijk naamwoord
-
-
vol (verzadigd)
-
vol (afgeladen)
vollgeladen-
vollgeladen bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor vol:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | compleet; geheel; heel; volledig | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | helemaal | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | totaal | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
befriedigt | verzadigd; vol; volgegeten | bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan |
gefüllt | gevuld; verzadigd; vol | opgevuld; volgestopt |
gesättigt | verzadigd; vol; volgegeten | bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan |
satt | verzadigd; vol; volgegeten | beu; meer dan genoeg; opgezet dier; zat |
voll | gevuld; verzadigd; vol; volgegeten | aangeschoten; beneveld; beschonken; ladderzat; laveloos; meer dan genoeg; op elkaar gepakt; opeengepakt; opgepropt; opgevuld; smoordronken; stomdronken; straalbezopen; teut; tipsy; volgestopt; zat |
vollgeladen | afgeladen; vol | |
vollgestopft | gevuld; vol | knalvol; op elkaar gepakt; opeengepakt; opgepropt; opgevuld; overvol; propvol; stampvol; tjokvol; volgepropt; volgestopt |
Verwante woorden van "vol":
Synoniemen voor "vol":
Antoniemen van "vol":
Verwante definities voor "vol":
Wiktionary: vol
vol
Cross Translation:
adjective
vol
-
geheel gevuld
- vol → voll
adjective
-
Schadenfreude fühlend, von Schadenfreude getrieben
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vol | → voll | ↔ fraught — Charged or accompanied with |
• vol | → voll | ↔ full — containing the maximum possible amount |
• vol | → gesamt; ganz | ↔ full — total, entire |
• vol | → satt; voll | ↔ full — satisfied, in relation to eating |
• vol | → faschiert; gefüllt | ↔ stuffed — with food |
• vol | → vollständig; komplett; voll | ↔ complet — À quoi il ne manquer aucune des parties nécessaires. |
• vol | → ganz; total; voll | ↔ entier — Qui a toutes ses parties, ou que l’on considérer dans toute son étendue. |
• vol | → voll | ↔ plein — Qui contient tout ce qu’il est capable de contenir ; il est opposé à vide. (Sens général). |