Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. woordenschat:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor woordenschat (Nederlands) in het Duits

woordenschat:

woordenschat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de woordenschat (vocabulaire)
    der Wortschatz; Vokabular; Wörterverzeichnis

Vertaal Matrix voor woordenschat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Vokabular vocabulaire; woordenschat vocabulaire; woordenlijst
Wortschatz vocabulaire; woordenschat vocabulaire; woordenlijst
Wörterverzeichnis vocabulaire; woordenschat

Wiktionary: woordenschat

woordenschat
noun
  1. verzameling woorden die een taal of persoon rijk is of die deel uitmaken van een bepaald jargon
woordenschat
noun
  1. Menge der Wörter einer Sprache

Cross Translation:
FromToVia
woordenschat Vokabular; Wortschatz vocabulary — set of words a person knows
woordenschat Vokabular; Wortschatz vocabulary — stock of words used in a particular field
woordenschat Vokabular; Wortschatz vocabulary — words of a language collectively