Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. bandjes:
  2. bandje:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bandjes (Nederlands) in het Engels

bandjes:

bandjes [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. bandjes
    the tapes
    • tapes [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bandjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tapes bandjes banden; cassettebandjes; tapes

Verwante woorden van "bandjes":


Wiktionary: bandjes

bandjes
noun
  1. An inflatable band worn round the arms to keep afloat in water

bandjes vorm van bandje:

bandje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bandje
    the tape
    • tape [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bandje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tape bandje

Verwante woorden van "bandje":