Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. box:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor box (Nederlands) in het Engels

box:

box [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de box (opbergruimte)
    the storing space; the carton
    the box
    – a (usually rectangular) container; may have a lid 1
    • box [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he rummaged through a box of spare parts1
  2. de box (babybox)
    the playpen; the pen
    – a portable enclosure in which babies may be left to play 1
    • playpen [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pen [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor box:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
box box; opbergruimte beeldbuis; blik; blikje; buis; bus; doos; kabinetje; kast; kastje; kist; kistje; krat; kratje; opbergblik; opbergdoos; trommel
carton box; opbergruimte karton; kartonnen doos
pen babybox; box ballpoint; balpen; dierenverblijfplaats; griffel; grift; hok; pen; schaapskooi; schapehok; schapenstal; schrijfstift; schrijfstiften; stal
playpen babybox; box
storing space box; opbergruimte
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
box boksen; omkaderen
carton kartonneren

Verwante woorden van "box":


Wiktionary: box

box
noun
  1. space for children to play
  2. loudspeaker

Cross Translation:
FromToVia
box stall Stand — kleine Abteilung eines Stalles
box box; compartment case — Compartiment d’un casier