Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. hangend:
  2. hangen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hangend (Nederlands) in het Engels

hangend:

hangend bijvoeglijk naamwoord

  1. hangend (in afwachting van; hangende)
    in expectation of

Vertaal Matrix voor hangend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in expectation of hangend; hangende; in afwachting van

Wiktionary: hangend

hangend
adjective
  1. suspended

Cross Translation:
FromToVia
hangend buckle; pendant; during pendantpartie du baudrier ou du ceinturon au travers de laquelle on passe l’épée pour l’y pendre.

hangend vorm van hangen:

hangen werkwoord (hang, hangt, hing, hingen, gehangen)

  1. hangen (afhangen)
    to depend on; to hang; to drape
    • depend on werkwoord (depends on, depended on, depending on)
    • hang werkwoord (hangs, hung, hanging)
    • drape werkwoord (drapes, draped, draping)
  2. hangen (zweven)
    to float; to hover
    • float werkwoord (floats, floated, floating)
    • hover werkwoord (hovers, hovered, hovering)

Conjugations for hangen:

o.t.t.
  1. hang
  2. hangt
  3. hangt
  4. hangen
  5. hangen
  6. hangen
o.v.t.
  1. hing
  2. hing
  3. hing
  4. hingen
  5. hingen
  6. hingen
v.t.t.
  1. heb gehangen
  2. hebt gehangen
  3. heeft gehangen
  4. hebben gehangen
  5. hebben gehangen
  6. hebben gehangen
v.v.t.
  1. had gehangen
  2. had gehangen
  3. had gehangen
  4. hadden gehangen
  5. hadden gehangen
  6. hadden gehangen
o.t.t.t.
  1. zal hangen
  2. zult hangen
  3. zal hangen
  4. zullen hangen
  5. zullen hangen
  6. zullen hangen
o.v.t.t.
  1. zou hangen
  2. zou hangen
  3. zou hangen
  4. zouden hangen
  5. zouden hangen
  6. zouden hangen
diversen
  1. hang!
  2. hangt!
  3. gehangen
  4. hangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

hangen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hangen
    the hanging; the dangling
    • hanging [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dangling [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hangen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dangling hangen
drape draperie; geplooide stof; overgordijn
float dobber; drijvend; praalwagen
hanging hangen neerhangen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
depend on afhangen; hangen
drape afhangen; hangen draperen; met stof behangen
float hangen; zweven dobberen
hang afhangen; hangen ophangen; opknopen
hover hangen; zweven aanwijzen; bidden
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dangling bungelend

Verwante woorden van "hangen":


Synoniemen voor "hangen":


Verwante definities voor "hangen":

  1. niet rechtop staan of zitten1
    • de bloemen lieten hun kopjes hangen1
  2. aan een punt boven de grond vastmaken1
    • hij hing het schilderij boven de bank1

Wiktionary: hangen

hangen
verb
  1. computing: to cause (a program or computer) to stop responding
  2. computing: to stop responding
  3. to execute by suspension from the neck
  4. to be executed using gallows
  5. to cause to be suspended
  6. to be or remain suspended
  7. hang down

Cross Translation:
FromToVia
hangen hang; droop; hang down pendreattacher une chose, une personne ou un animal en haut par une de ses parties, de manière qu’elle ne toucher pas en bas.
hangen lapse; droop; hang; hang down retombertomber encore.

Verwante vertalingen van hangend