Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ijlen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ijlt (Nederlands) in het Engels

ijlen:

ijlen werkwoord (ijl, ijlt, ijlde, ijlden, geijld)

  1. ijlen (onzin uitkramen; raaskallen; kletsen; onzin verkopen; wartaal spreken)
    to rave; to talk nonsense
    • rave werkwoord (raves, raved, raving)
    • talk nonsense werkwoord (talks nonsense, talked nonsense, talking nonsense)
  2. ijlen (zich spoeden; haasten; jagen; )
    to hurry; to rouse; to make haste
    • hurry werkwoord (hurries, hurried, hurrying)
    • rouse werkwoord (rouses, roused, rousing)
    • make haste werkwoord (makes haste, made haste, making haste)
  3. ijlen (zich haasten; opschieten; jagen; )
    to rush; to hurry up; to hasten; to hurry
    • rush werkwoord (rushs, rushed, rushing)
    • hurry up werkwoord (hurries up, hurried up, hurrying up)
    • hasten werkwoord (hastens, hastened, hastening)
    • hurry werkwoord (hurries, hurried, hurrying)

Conjugations for ijlen:

o.t.t.
  1. ijl
  2. ijlt
  3. ijlt
  4. ijlen
  5. ijlen
  6. ijlen
o.v.t.
  1. ijlde
  2. ijlde
  3. ijlde
  4. ijlden
  5. ijlden
  6. ijlden
v.t.t.
  1. heb geijld
  2. hebt geijld
  3. heeft geijld
  4. hebben geijld
  5. hebben geijld
  6. hebben geijld
v.v.t.
  1. had geijld
  2. had geijld
  3. had geijld
  4. hadden geijld
  5. hadden geijld
  6. hadden geijld
o.t.t.t.
  1. zal ijlen
  2. zult ijlen
  3. zal ijlen
  4. zullen ijlen
  5. zullen ijlen
  6. zullen ijlen
o.v.t.t.
  1. zou ijlen
  2. zou ijlen
  3. zou ijlen
  4. zouden ijlen
  5. zouden ijlen
  6. zouden ijlen
en verder
  1. ben geijld
  2. bent geijld
  3. is geijld
  4. zijn geijld
  5. zijn geijld
  6. zijn geijld
diversen
  1. ijl!
  2. ijlt!
  3. geijld
  4. ijlend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ijlen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hurry gauwigheid; gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; overhaasting; overijling; spoed; vlugheid
rush aanval; attaque; bestorming; drukte; gedrang; gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; offensief; overijling; run; runs; spoed; stormaanval; stormloop; stormlopen; temperament; teveel aan bezigheden; toeloop; toevloed; vurigheid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hasten ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opschieten; reppen; snellen; spoeden; vliegen; zich haasten; zich spoeden accelereren; bespoedigen; opjagen; snellen; spoeden; tempo maken; verhaasten; versnellen
hurry aanpoten; haast maken; haasten; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opschieten; overhaasten; reppen; snellen; spoeden; vliegen; voortmaken; zich haasten; zich spoeden opjagen; snellen; spoeden; tempo maken; tempomaken
hurry up ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opschieten; reppen; snellen; spoeden; vliegen; zich haasten; zich spoeden
make haste aanpoten; haast maken; haasten; ijlen; jagen; overhaasten; spoeden; voortmaken; zich spoeden
rave ijlen; kletsen; onzin uitkramen; onzin verkopen; raaskallen; wartaal spreken donderen; dwepen; fulmineren; razen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uit de slof schieten; uitvaren
rouse aanpoten; haast maken; haasten; ijlen; jagen; overhaasten; spoeden; voortmaken; zich spoeden activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen
rush ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opschieten; reppen; snellen; spoeden; vliegen; zich haasten; zich spoeden draven; haasten; hard rennen; hollen; jachten; opjagen; pezen; snellen; spoeden; sprinten; stormlopen; tempo maken; tot spoed aanzetten
talk nonsense ijlen; kletsen; onzin uitkramen; onzin verkopen; raaskallen; wartaal spreken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rush rieten

Verwante woorden van "ijlen":


Wiktionary: ijlen

ijlen
verb
  1. van koorts wartaal spreken

Cross Translation:
FromToVia
ijlen be delirious; rave délirer — Avoir le délire, être en délire.