Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Vertaal nascholing

Vertaal nascholing van Nederlands naar Engels

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

nascholing:
- refresher course; in-service training; extra training
Wiktionary:
- nascholing → refresher course

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nascholing (Nederlands) in het Engels

nascholing:

nascholing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de nascholing (bijscholing)
the refresher course; the in-service training; the extra training
- refresher course [the ~] zelfstandig naamwoord
- in-service training [the ~] zelfstandig naamwoord
- extra training [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nascholing:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
extra training	bijscholing; nascholing
in-service training	bijscholing; nascholing	praktijkopleiding
refresher course	bijscholing; nascholing	bijscholingscursus; herhalingscursus; opfriscursus

Wiktionary: nascholing

nascholing

noun

onderwijs om het vroeger geleerde op te frissen en nieuwe ontwikkelingen bij te leren
- nascholing → refresher course